12 | MERCKX & BOOM

De wielergekte in Enter begon ruim zestig jaar geleden. Bert Boom was in 1961 in het dorp komen wonen en was er dus vanaf het begin bij. Er ontstond toen net een wielercomité met als initiatiefnemer en roerganger Hendrik Krake. Hij woonde nog bij zijn ouders, was vrijgezel en hartstikke gek van wielrennen. In de volksmond heette hij ‘Kraakn Hinke’. Het comité organiseerde een jeugdronde en al gauw een echte Ronde van Enter. Dat begon in 1962. In dat jaar creëerden ze ook de Ronde van Twente, waaraan de nationale top meedeed. Met start en finish in Enter. Het was de eerste grote wedstrijd in het voorjaar. De kranten stonden er vol van. Cees van Espen uit Arnhem was de eerste winnaar.
Hendrik kende ploegleiders als Ton Vissers en Herman Krott persoonlijk. In 1967 wist hij bekende profs als Jan Raas, Peter Post en de bekende ploeg van Kees Pellenaars naar Enter te lokken. Zelfs Eddy Merckx, de kampioen der kampioenen, kwam naar Enter. “Hendrik en zijn mensen hadden geld ingezameld voor een sterk rennersveld en daarnaast hieven ze entree”, vertelt Bert. Het parcours lag rond het sportterrein ‘De Krompatte’ van de vv Enter.
Liefst 6000 wielerliefhebbers kwam erop af. Maar ze zagen een saaie profkoers, want Merckx ontsnapte samen met Henk Nijdam uit het peloton. Nadat Nijdam moest lossen kreeg Merckx gezelschap van Gerard Koel die een ronde achter was en samen met hem naar de finish reed. Peter Post werd tweede.
De strijd bij de amateurs was prachtig. “Ik wilde per se winnen”, weet Bert nog goed. Voor eigen publiek, bijna 6000 toeschouwers, dat is enorm goed voor de moraal Maar andere renners hadden dezelfde drive en zeker die uit Enter zelf, met name de gebroeders Johan en Gert Pluimers. Topfavoriet Henk Nieuwkamp viel uit. Dat was een tegenvaller voor het publiek, maar de concurrentie – waaronder Bert – werd nog alerter. Ze hadden daardoor meer kans op de zege.

De finale was spannend. Renners sprongen weg. Kopgroep van zeven. Jurrie Dokter vloog uit de bocht. Na Nieuwkamp was weer een van de mannen met een sterke eindsprint kansloos. Bert had de beste benen. Hij won. Jan van Dam werd tweede en Gerrit Leferink derde.

Op naar café Dreyerink voor de prijsuitreiking. Merckx en Boom namen de hoofdprijzen mee naar huis.

ACHTTIEN MINUTEN IN ORANJE

Oranje speelt dezer dagen. Maar ook is er oorlog in Kiev. Ik moest denken aan Marcel Peeper die vandaag precies 32 jaar geleden als speler van FC Twente zijn debuut maakte in het Nederlands Elftal. Linksback was hij met aanvallende kwaliteiten. Die interland in Kiev was niet tegen Rusland of Oekraïne maar tegen de toenmalige Sovjet-Unie.

De begaafde speler van de FC verheugde zich op de nieuwe wending in zijn loopbaan.
Maar dan, de interland is achttien minuten oud. Peeper ontvangt een diepe bal van Richard Witschge en snelt weg bij zijn directe tegenstander Sergei Gorloekovitsj. De robuuste Rus tackelt Peeper vervolgens met een gestrekt been van achteren. De gevolgen zijn rampzalig. De debutant wordt naar een ziekenhuis gebracht in Kiev met een gecompliceerde beenbreuk, wordt daarna in Enschede geopereerd door Pieter Vierhout, de clubarts van de FC en begint aan een langdurige en uiterst vervelende revalidatie. Hij zal later nog menige wedstrijd voetballen, maar op zijn oude niveau kwam hij niet meer terug.

Een prachtige carrière werd in de knop gebroken. Ik herinner me nog steeds hoe verdrietig de FC Twente-gemeenschap was over de noodlottige gebeurtenis in Kiev. Ikzelf was dat ook, want ik kende Marcel goed en sprak hem regelmatig. Rustige, sympathieke Amsterdammer. Hij is thans 56 jaar en woont in zijn geboortestad Amsterdam.

ANSAR ‘ABRAHAM’ AJOUPOV

Hij speelde nog in het Diekman Stadion, Ansar Ajoupov (links). Ik herinner me nog een klein, vierkant spandoekje met zijn naam erop, geschreven/geverfd met de hand, dat bij elke thuiswedstrijd te zien was op een van de tribunes. Eén supporter had de Rus dus zeker.

Vandaag wordt Ajoupov vijftig jaar. Ik vermoed dat deze mijlpaal niet opgeluisterd wordt met een levensgrote Abraham-pop in zijn voortuin. Zou in zijn straat een groepje noabers een paar van die grote Abraham-poppen hebben opgeblazen? Ik denk het niet. De Russen zijn – zo menen wij – geen feestgangers, geen confetti-strooiers of polonaise-lopers.
Ik heb hem destijds één keer geïnterviewd. Niet uitgebreid. In het Engels, meen ik me te herinneren. Hij wilde slagen als profvoetballer in Nederland. Dat was zijn boodschap en dat straalde hij ook uit bij de FC. Ik hoorde van Sander Boschker dat bijna niemand contact met hem had. “Hij was rustig en introvert”, zei Sander. “Hij deed zijn best, verzaakte nooit, je kon van hem op aan. Hij lag goed in de groep.” Mooie woorden.
Ik wilde hem bellen. Misschien krijg ik hem wel aan de lijn. Je kunt nooit weten. Maar het nummer wat ik van hem heb, bleek het netnummer van de stad Kazan te hebben, waar hij inderdaad een tijdje gespeeld heeft voor Roebin. Geen gehoor dus.
Waarschijnlijk woont hij weer in Moskou, zijn geboortestad. Ik had hem graag nog eens gesproken. Ja, uiteraard vooral over de oorlog. Hij leek me geen oorlogszuchtig man. Misschien had hij wel heel voorzichtig zijn mening willen geven over het drama in Oekraïne.
Ansar Maksoetovitsj Ajoepov speelde speelde vier seizoenen voor FC Twente, 110 officiële wedstrijden, als rechtsback en als middenvelder. Hij scoorde vijf keer. Laten we vanavond een wodkaatje drinken op hem. Of mag dat niet in deze barre tijd?

11 | BERT IN DE POLITIEK

Je gelooft het niet, maar het is wel zo. Bert Boom is ook politicus geweest. In 1986 trad de oud-wereldkampioen toe tot de gemeenteraad van Wierden. Twee jaar later trad hij weer af.

Dat zat zo. Bert vertelt het met een grote glimlach.

“Ik werd door de mensen van de partij Gemeentebelangen gevraagd als lijstduwer. De vader van Iwan Spekenbrink vroeg me. Ik vond het prima. Op de dag van de verkiezingen werd ik ’s avonds gebeld. Of ik zo snel mogelijk op het gemeentehuis wilde komen. Ik had honderden voorkeurstemmen gekregen. Ineens zat ik in de raad, had er totaal niet op gerekend. Maar ik vond het wel interessant. Ik doe het, dacht ik. Misschien kan ik hier en daar wat verbeteren. En ik heb ook wel voorstellen gedaan, vooral op sportgebied. Dat voelde ik als mijn taak.”
Bert herinnert zich nog wel wat collega’s uit de raad. De meest prominente was wethouder Hendrik Bloemendal (foto), in de volksmond aangeduid als ‘Burgemeester van Enter’. Hij was in 1968 wethouder geworden namens de ARP. De markante plaatsgenoot heeft indruk gemaakt op Bert. “Hij vertelde een keer tijdens de raadsvergadering dat hij namens de gemeente Wierden regelmatig naar ‘Den Haag’ moest voor politieke zaken. ‘We moeten daarginds goed gebruik maken van onze connecties’, zei hij. ‘Gelukkig gaan, als ik mijn auto parkeer bij het ministerie, de deuren vanzelf open.’
Waarop ik reageerde met de opmerking dat het automatische deuren waren.”
Een kennis van Bert wilde een schuur bouwen. De gemeenteraad stemde voor het plan. “Bloemendal bezocht de vrouw de andere morgen. ‘Meisje, je kunt beginnen met het bouwen van de schuur’, zei hij. Hij had daar persoonlijk voor gezorgd, zei hij. Maar de vrouw reageerde als volgt: ‘Jij krijgt geen koffie, jij krijgt geen sigaar en jij krijgt ook geen borrel, want ik was gisteravond zelf bij de raadsvergadering en jij was de enige die tegen ons plan stemde.’ Dat was ook een beetje des Bloemendals, zeggen dat het voor elkaar kwam en er mooi weer mee spelen. Maar te langen leste kwam het dan soms toch niet voor elkaar.
Het was een trotse man. Vaak zat hij in een van zijn stamcafés, De Boer in Wierden of Bekhuis in Enter.”
Bert bestempelt het raadslidmaatschap als een leuke tijd, hoewel hij de motieven van veel raadsleden niet begreep. “De meesten denken eerst aan zichzelf, dan aan de partij en dan pas aan het onderwerp dat behandeld wordt.”
In 1988 trok hij zich terug. Shimano had hem nodig. “Het bedrijf vroeg me om technische avonden te verzorgen. Dan gaf ik uitleg over materiaal, wedstrijden en andere wielerzaken. Dat werk was niet te combineren met een functie als raadslid.”
Zo eindigde de korte periode van Bert Boom als politicus.

KANDIDATENLIJST

Keek nog even naar de kandidatenlijst van de gemeente Hengelo, omdat ik naar de stembus wilde. In mijn geval dichtbij; in het ROC. Een klein feestje dus om in dat prachtige pand je stem te mogen uitbrengen.

Ik zie dat niet alle 132 kandidaten uit de gemeente Hengelo komen. Forum voor Democratie had moeite met het vinden van gegadigden. Vijf van de negen zijn Hengeloërs, de anderen komen van elders; twee mannen of vrouwen (dat is niet op te maken uit de lijst) komen uit respectievelijk Kampen en Steenwijk. Merkwaardig.

De overige 128 politici komen allemaal uit Hengelo. Dat vind ik dan ook weer merkwaardig, want dat houdt in dat er geen kandidaten uit Beckum en Oele zijn. Ik neem aan dat met name Beckum een of twee ‘eigen’ raadsleden wil hebben.
Niet dat ik op een Beckumer gestemd zou hebben. Alhoewel, als Jan Ottink of André Karnebeek op de lijst hadden gestaan, had ik het nog niet geweten…..
De SP heeft liefst 30 man/vrouw gecharterd. Je kunt immers nooit weten….
Nu op weg naar het ROC. Jas aan, beetje koude wind.

10 | HAAR OP ZOLDER

Augustus 69. Wat een sensatie. Bert Boom uit Enter is wereldkampioen. De kranten stonden er vol van en via de radio had de legendarische Theo Koomen hem naar de titel geschreeuwd. De radioluisteraars van toen krijgen anno 2022 nog overal kippenvel als ze daaraan terugdenken.

Uiteraard moest die verrassende wereldkampioen gehuldigd worden. Enter zou eens even laten zien….
Ze haalden hem op vanaf Schiphol. Daar begon het mee op die 21ste augustus. Echtgenote Truus was erbij, vaste volgers van Bert als de Koele (zwager Henk), de Paander (Wolters) en de Fraans (Heerink). Ze staan op de foto met dat spandoek. Maar ook Berts moeder Dieneke, vader Hendrik Jan en hun jongste zoon Hans waren op het vliegveld om hun held te ontvangen. (Hans zou later zelf een goede wielrenner worden.) Hendrik Bloemendal, de wethouder van de gemeente Wierden, was ook van de partij. De boer uit Enterbroek kon destijds op dat soort festiviteiten niet gemist worden.
In Enter volgde een rondrit. Het was zwart van het volk. Duizenden mensen wilden het fenomeen van dichtbij zien. Bruno Walrave was er uiteraard bij. De voortreffelijke gangmaker die Bert vanaf de koppositie naar de wereldtitel had geloodst, kreeg logischerwijs een ereplaats. Bert had zich nota bene niet eens rechtstreeks geplaatst voor de finale. Via de herkansingen was de man uit Enter in de finale terecht gekomen. Walrave speelde het slim. Bert had goeie benen en geen renner kwam er meer aan, ook de favoriet voor de titel Cees Stam niet.
De receptie was bij café Koenderink. Zowel de burgemeester van Wierden (waar Enter onder viel en thans nog steeds valt), als die van Almelo (waar zijn vereniging De Zwaluwen huisde en nog steeds huist), hielden een toespraak. Eigenlijk wilde Almelo hem eerst huldigen, maar Hendrik Bloemendal verhinderde dat. De loco burgemeester riep: “Het is onze Bert. Hij wordt als eerste gehuldigd in Enter.”
Het werd een schitterend feest. Truus was naar de kapper geweest en haar vijf zussen ook. Ze hadden allemaal het haar op zolder. Dat was namelijk destijds de mode. Haar op zolder. “Als we zondags in de hoogmis ter communie gingen, liepen we met ons zessen achter elkaar. Allemaal het haar op zolder. Je voelde dat de mensen naar al die meiden van de Koele zaten te loeren”, vertelt ze lachend. (Gelieve de bijnaam van de familie Wolters op zijn Twents uit te spreken.)
De vrouw van de wereldkampioen genoot op die zomerdag in ’69 volop mee van de feestelijkheden. “Maar de andere dag ging ik gewoon weer aan het werk in een Wierdense confectiefabriek”, reageert ze vervolgens nuchter.
En waarom ook niet.

EERSTE KIEVITSEI

Naarstig wordt momenteel in alle Nederlandse weilanden gezocht naar het eerste kievitsei. Ik las ergens op het wereldwijde net dat een zekere Gerard Grootelaar bijna elk jaar de primeur heeft in de gemeente Tubbergen. Hij was afgelopen week, zo hoorde ik uit zeer betrouwbare bron, alweer fanatiek aan het zoeken. Het wordt er van jaar tot jaar niet gemakkelijker op, want er zijn steeds minder kieviten. Grootelaar vindt liever het eerste ei van deze prachtige weidevogel dan een handvol gouden munten uit de middeleeuwen.
Ik kan het niet nalaten om even te vertellen dat ik als jongetje van 11 jaar in Markvelde (destijds gemeente Diepenheim) het eerste kievitsei vond. Dat wil zeggen: mijn vader vroeg mij of ik het eerste kievitsei wilde vinden.
Dat wilde ik maar al te graag. Hij wees me op de linkerhoek van het middelste weiland achter ons huis. “Daar heb ik heel veel kieviten gezien vandaag”, zei hij.
Ik liep erheen, maar zag geen nest en zeker geen ei.
Vanaf ons huis dirigeerde hij me naar links en nog meer naar links en waarachtig, daar lag in een nest dichtbij een sloot een kievitsei. Wat was ik blij. Ik nam het ei mee naar huis, deed het voorzichtig in een doosje met watten erin en fietste naar kasteel Nijenhuis. In Diepenheim kreeg graaf Schimmelpenninck destijds elk jaar het eerste kievitsei aangeboden.
Ik mocht in de keuken wachten met een glas limonade en een sprits. De graaf kwam na een kwartier en feliciteerde me met de kostbare vondst.
“Hoe oud ben je?”
“Elf jaar, meneer.”
Hij vroeg me waar ik het ei gevonden had en of ik lang gezocht had. Ik vertelde dat mijn vader me wat aanwijzingen gegeven had. Toen pakte de graaf zijn portefeuille en gaf me een papieren rijksdaalder. Hij feliciteerde me nogmaals en drong erop aan de hartelijke groeten aan mijn vader over te brengen.
Mocht Grootelaar uit Geesteren nog wat tips kunnen gebruiken. Hij kan me bellen.

9 | MET DE MOND

Rondjes om de kerk. Met een deftiger woord ook criteriums genoemd. Bert Boom reed ze graag. In Twente en omstreken, maar ook in andere delen van ons land en in Duitsland. Hij reed ze graag en was er goed in. Hij schat het aantal overwinningen in dit soort wedstrijden op 175. Doe dat maar eens na.
In Twente was de Ronde van Almelo op Koninginnedag een begrip. Het was jaarlijks het eerste criterium van de regio. In 1961 schreven meer dan honderd amateurs zich in. Het was de eerste keer dat Bert de ronde won. Hij deed dat met een solo van 24 ronden. Mensen die erbij geweest zijn, raken er anno 2022 nog niet over uitgepraat. Want de concurrentie was hevig. Opponenten als Henk Nieuwkamp, Ben Lohuis en Johan Pluimers waren zo vroeg in het seizoen al gebrand op de overwinning. Maar de 22-jarige Boom won. “Ik reed goed die dag. Almelo was een van de rondes die ik graag wilde winnen. Er was altijd veel publiek en daaronder waren ook talloze Enternaren.
Nieuwkamp werd tweede, Pluimers derde en Korrie Niemeyer vierde.”

Boom kende al deze renners goed en zeker de mannen die ook uit Enter kwamen zoals de gebroeders Johan en Gerrit Pluimers en Gert Zwienenberg.
“En heb je wel eens van Gerrit Grootelaar gehoord?” vraagt hij.
“Nee. Was dat toentertijd ook een regionale vedette?”
“Gerrit kwam uit Almelo”, vertelt Boom. “Hij woonde in de Mendes da Costastraat. Hij presteerde weinig, maar had wel mooie wielerbenen. Vlak voor de start schudde hij met de spieren en vertelde ons nog even over de grote overwinningen die hij in binnen- en buitenland gehaald had. Maar vervolgens stapte Gerrit al na vijf ronden af. Later hoorden we dat hij nooit een wedstrijd gewonnen heeft. Alleen met de mond was hij kampioen. Oh ja, Gerrit is ook nog prof geweest. Dat kon destijds, ook al had je geen contract. Meestal stapte hij na één ronde af. Ik denk niet dat hij veel trainde. Je kwam trouwens wel meer coureurs tegen die met de mond beter dan met de fiets.”

Bert Boom was er in de jaren zestig vaak bij als het peloton zich in de Almelose Nieuwstraat opstelde voor de startstreep.
Een greep: In 1962 won Johan Pluimers, ook uit Enter en in 1963 Gerrit Zwienenberg, eveneens uit Enter. Boom werd dertiende.
In ‘64 won Jan Boode en werd Boom zevende, in 1965 ging Boom in de slotronde onderuit en weer won Johan Pluimers. In ’67 lag Boom een groot deel van de koers voorop, maar Johan Pluimers was weer de beste. Jan van Dam uit Zwolle werd tweede voor Zwier Selles uit Kampen en Freddy Niemeyer uit Hengelo. Boom werd achtste.
In 1968 kreeg Almelo in de 19-jarige Hennie Kuiper een excellente winnaar. Willem Neeskens alias de Beul van Borne werd tweede, Johan Pluimers was de nummer 3 en Boom de nummer 13. In 1969 won Kuiper weer en andermaal was hij de Beul te snel af. Jan Lookamp uit Vroomshoop werd derde. Boom was niet van de partij.
In 1970 meldde zich Denekamper Herman Snoeijink aan de start om als eerstejaars amateur meteen als winnaar over de meet te gaan. Van Dam was tweede, Gezinus Hoven uit Deurze derde en Boom negende.
Later won Bert bij de veteranen de Ronde van Almelo nog een keer. Ergens in de jaren zeventig. “Het was altijd een mooie wedstrijd”, sluit hij af. “Lekker vroeg in het seizoen en met veel publiek, want iedereen had een vrije dag.”
(Hierbij een artikel uit Berts plakboek met de merkwaardige tussenkop “Actieve Loohuis te vroeg geblust”)

RECORDS

Ja ja, Thom Hoffman wordt vandaag 65 en Hans Teeuwen 55. David Neres is 25 op deze derde maart. Ik zie het allemaal voorbij komen op allerlei media, sites of waar dan ook. Maar wat ik aan de serie jarigen van deze dag nog wel even wil toevoegen is de 75ste verjaardag van de Vliegende Tandarts, Gerrit Wolsink uit Hengelo G. Ooit mocht ik hem interviewen, want hij was een paar keer BIJNA wereldkampioen motorcross. Mijn vader zei altijd (in het Twents): Bijna is nog niet half. Maar goed. Gerrit was heel goed en stond bovendien aan de basis van de topsong Oerend Hard.

En wie ook jarig is vandaag, dat is de Rotterdamse oer-Twentenaar Kick van der Vall. Hij wordt 76. Was bijna (echt bijna) zijn hele leven lang in dienst van FC Twente. Gaat bij de club nog altijd gewoon door als commerciële man. Maar mijn leeftijdgenoten en nog oudere (en jongere) voetballiefhebbers weten ook hoe goed hij kon voetballen. Kick was destijds de eerste, behendige, technisch hoogbegaafde speler op positie 6 (verdedigende middenvelder).

Maar waar ik naartoe wil: het is ook de verjaardag van Erik Groeleken (foto). Deze oud-profvoetballer is vandaag 56. Niks bijzonders, maar het is wel leuk om even te melden dat deze goedmoedige Enschedeër een record bezit. Geen Nederlandse profvoetballer kwam voor zoveel clubs uit als Erik. ‘Als je niet verder komt dan je voortuintje, mis je veel van het leven’, luidde zijn credo.

Zijn loopbaan als voetballer voerde hem vanaf de amateurclub Vosta achtereenvolgens langs de profclubs FC Twente, Go Ahead Eagles, FC Groningen, Maccabi Haifa (Israël), NEC, de vier Duitse clubs Preussen Münster, Tus Paderborn, Arminia Bielefeld en SG Wattenscheid 09, FC Linz (Oostenrijk), FC Gueugnon (Frankrijk), FC Reading (Engeland), AS Beauvais (Frankrijk), FC Caracas (Venezuela), weer drie Duitse clubs FC Oberneuland, FC Einheit Wernigerode en Hövelhofer SV en daarna nog voor de amateurclubs De Tubanters, SV Altstätte (Duitsland) en de vv Glanerbrug.

En daarbij is het ook nog steeds de enige Nederlander die ooit als prof in Venezuela voetbalde. Mooi toch. Hoe zou het nu zijn met deze oud-speler die zo oerend hard kon schieten?
Opsporing verzocht!