Bert Boom wordt morgen 85 jaar op de dag dat de Ronde van Overijssel voor de 69ste keer de regio doorkruist. Boom was veertien keer van de partij. De renners uit de regio staan graag op de deelnemerslijst. Han Vaanhold was er tien keer bij, Herman Snoeijink negen keer, waarvan twee keer als winnaar. Jos Lammertink is een uitzondering. Hij reed de ronde maar één keer (in 1978) en werd tot zijn grote spijt slechts zesde. “Daar baal ik nog steeds enorm van”, zegt Jos. “Ik ben maar drie jaar amateur geweest en moest vaak in het buitenland rijden. Daardoor kon ik niet altijd meedoen. Maar die keer in ’78 had een overwinning er wel ingezeten.”
Tijdens de finale van de klassieker waren er diverse ontsnappingen. Jos: “Daar hebben wij met de Amstel-ploeg niet alles uitgehaald. Acht kilometer voor de streep in Rijssen reden Herman Snoeijink van de Ketting-ploeg en mijn ploeggenoot Frits Pirard weg uit een kopgroep van zeventien man. Snoeijink won, Pirard werd tweede en ik zesde. Arie Hassink werd dertiende. “Ja, ik baal nog steeds dat ik niet op de erelijst van de Ronde van Overijssel sta. Ik voelde me beresterk, maar het liep voor mij verkeerd die dag. Anderhalve maand later werd ik kampioen van Nederland.”
Hier de uitslag met de eerste dertig.1. Snoeijink (Denekamp) 192 km in 4.23.49, 2. Pirard (Breda) z.t., 3. Wekema (Peize) op 5 seconden, 4. Koersen (Emmeloord) z.t., 5. Klomp (Giessenburg) z.t., 6. Jos Lammertink (Wierden) op 9 seconden, 7. Nederlof (Maarssen), 8. Van Lamoen (Rosmalen), 9. Henk Boom (Markelo), 10. Th. de Rooij (Utrecht), 11. Gommers (Roosendaal), 12. Scholten (Ruurlo), 13. Arie Hassink (Neede), 14. Hilberink (Den Ham), 15. Kuys (Vlijmen), 16. Gruijters (Lieshout), 17. Groen (St. Pancras), 18. Plugers (Eindhoven), 19. Hans Boom (Markelo), 20. vdVelden (Geldrop), 21. Brokelman (Hardenberg), 22. Borst (Zwanenburg), 23. De Jong (Schijf), 24. Seuntjes (Bladel), 25. Versteeg (Giessenburg), 26. Albersen (Wierden), 27. Van Gaalen (Winssen), 28. Van Nistelrooy (Nuland), 29. Van Pierre (Mijdrecht), 30. vdBroek (Soest).
Jos was slechts één keer van de partij, toch is zijn naam voor altijd verbonden aan de Ronde. Want na zijn loopbaan als prof kreeg hij een telefoontje van Jan Bakker, destijds de voorzitter van de klassieker. Jos: “Of ik wat wilde doen voor de Ronde; in de organisatie. Daar had ik nooit bij stil gestaan. Het enige wat ik meestal deed, was commentaar geven op dingetjes die niet voor elkaar waren. Maar ik zei ja en kwam erachter dat de organisatie van zo’n koers een gigantische klus is. Je hebt een handboek van a tot z, van maand tot maand, waarin elke verlangde actie tot in detail uitgewerkt wordt. Wanneer doen we dit en wanneer dat. Na de koers werd er geëvalueerd waarmee het handboek steeds verder werd geperfectioneerd.”
Hij zag de trots bij zijn collega’s in bestuur en commissies als de UCI geen aanmerkingen had en het een perfecte koers had gevonden. Tot 2021 stelde Jos het deelnemersveld samen. Dat was in het begin vrij gemakkelijk, omdat hij nog veel contacten had in de wielerwereld. Later werd het moeilijker. “We moesten oppassen dat er geen ploeg deelnam die er met kop en schouders bovenuit stak, zoals een bepaalde periode de Bankgiroloterij-ploeg. Ook hadden we een periode dat enkele oud-profs die niet doorgebroken waren bij de profs, de koers domineerden en zo de doorstroming van de jeugd blokkeerden. John Talen was daar een voorbeeld van. Daarom hebben we ons hard gemaakt om renners boven de 27 jaar niet meer toe te laten. De toenmalige coördinator van de profrenners Gerrie van Gerwen deed er alles aan om die plannen niet te laten slagen.”
Tijdens de Ronde van Overijssel wordt ook altijd dankbaar gebruik gemaakt van diverse garagebedrijven die een aantal auto’s beschikbaar stellen aan de organisatie. Het is een mooie kans om hun product op een andere manier te presenteren dan in de showroom: de auto strak in de lak, de naam van het bedrijf pontificaal in beeld. Een vaste contactpersoon onderhoudt de relatie met de garages en zorgt ervoor dat alles van a tot z wordt geregeld.
Jos: “Het was puur toeval dat ik op een dag door Jan Wolterink van Pouw Rijssen aangesproken werd. Hij had dat jaar de taak gekregen om de auto’s te regelen. Hij vroeg mij als insider van de Ronde hoe dat werkte. Ik gaf aan dat ik met de persauto reed voor TCTubantia, Telegraaf en Wielerrevue. Ik zit dan boven op het nieuws, ben veel in beeld dus zou mijn auto veel reclame genereren en aangezien Audi kort daarvoor bekend had gemaakt dat ze met een speciale Audi S6 uit zouden komen, moest hij zorgen dat ik daarover kon beschikken. Ik vertelde hem dat de motoren in die Audi’s van de 10 tiencilinder Lamborghini Gallardo worden. Onderwijl moest ik me op de op de onderlip bijten om maar vooral niet in lachen uit te barsten. Maar wonder boven wonder pakte Jan het heel serieus op. Hij beloofde zijn best te doen. Wat zou dat een mooie dag gaan worden als het mocht lukken.”
Daags voor de koers kon Jos de bolide ophalen. Hij wist al dat Wolterink erin geslaagd was de bewuste auto te reserveren. Iets eerder dan het afgesproken tijdstip, hij moest ‘m natuurlijk wel even uitproberen, kwam Jos bij Pouw Rijssen aan. En daar stond een zilvergrijze Audi met zwarte voorkant. Zwart van de duizenden insecten wel te verstaan! Blijkbaar was zijn keus ook in de smaak gevallen bij de verkopers en hadden alvast driftig wat proefritten gemaakt. Maar de auto werd keurig gewassen, bestickerd, afgetankt en iets later dan gepland kon Jos hem meenemen. “En als je dan uit je eigen VW-busje komt waarin je pas na kilometers eindelijk de topsnelheid van 197 km kon bereiken, was dit wel andere koek. Ongelooflijk wat een acceleratie en wat was het geluid uit de vier uitlaten opzwepend. Ietsje meer dan dertig seconden en de begrensde topsnelheid stond op de klok. In de koers kon ik dat natuurlijk niet maken. Na de start om 12.00 uur reed ik met de journalisten eerst even via de A1 naar de Tankenberg alwaar de eerste bergsprint werd gehouden. Nog nooit hebben we daar zo lang moeten wachten op de renners als in dat jaar, rara hoe zou dat toch kunnen?”
Vervolgens in de wedstrijd was de Audi in zijn element en chauffeur Jos nog meer. “Wat een uniek speelgoed”, glimlacht hij. “Hoezo smal, klinkertjes, slechte weg? We zaten met elke ontsnapping en elke kopgroep mee. Ik heb er die dag alles aan gedaan om bij elke sportieve autorijder het brullende V-10 Lamborghini geluid onder de aandacht te brengen. Elke bocht met publiek ietsje gas d’r bij en direct resultaat.”
Toen de fysieke toestand van Jos achteruit ging en hij niet meer uit de auto kon komen, nam hij in 2021-’22 het besluit om te stoppen. “In die tijd telde de dag van de Ronde voor mij zo zwaar dat ik drie dagen nodig had om te herstellen. Ik vond het jammer, was graag door gegaan. Ik moest janken zelfs. De band met mijn collega-organisatoren werd na heel wat jaren doorgesneden. Edo Elfrink zou mijn opvolger worden.”
Jos, wiens vrouw Annette als gastvrouw ingezet werd, kijkt vol dankbaarheid terug op zijn werk voor de Ronde. “Het was een heel mooie hobby. Ik heb er veel plezier aan beleefd. Op enig moment, was het een soort reünie. Ik voelde me na afloop altijd heel voldaan als het allemaal weer goed was afgelopen.”
Jos als een van de organisatoren van de Ronde