19 | EEN HORK VAN EEN PLOEGLEIDER
DAIS TER BEEK OVERLEDEN
18 | KUSKLUS
Jos Lammertink won graag wielerwedstrijden. Van stad tot stad of om de plaatselijke kerk, kleine of grote, op straat of in het veld, in binnen- of buitenland, hij deed er alles aan om na afloop op het hoogste treetje te staan van het erepodium. Tijdens de laatste ronden van de vele criteriums vroeg de dienstdoende speaker alvast aan de ietwat nerveuze rondemiss wie haar favoriete renner was. Met andere woorden, wie wilde ze straks ten overstaan van de honderden wielerfans bij de finish het liefst van drie smakkerds voorzien. ‘Jos Lammertink’ luidde regelmatig het antwoord. De fraai gecoiffeerde jongedames hadden meestal goed rondgekeken en waren vervolgens in de ban geraakt van de lange, donkere atleet uit Hoge Hexel en later Wierden. En als hij won, dan had zo’n rondemiss geluk. Sommigen moesten overigens op hun tenen gaan staan om erbij te kunnen, van de andere kant was Jos ook geregeld bereid om te bukken, zodat hij de kussen zonder haperingen in ontvangst kon nemen.
Een zekere Angelique was in 1981 tijdens de Zesdaagse van de Rijn&Gouwe aangesteld om dagelijks de eerste drie renners van de wedstrijd alsmede de leider van het klassement al kussend te huldigen. Elke dag was er tijdens de Tour de France een profkoers in een stad tussen de Oude Rijn en de Gouwe. Zo hadden de renners die niet in Frankrijk koersten ook een doel. Het waren leuke wedstrijden in respectievelijk Alphen aan de Rijn, Gouda, Bodegraven, Waddinxveen, Boskoop en weer Alphen aan de Rijn. Zo’n criteriumcircus, zoals Jos het noemt, lag hem. Sterker nog, hij nam twee keer deel aan de Zuid-Hollandse zesdaagse en eindigde beide keren als eerste in het eindklassement. “Er was elke keer een tijdritje bij”, vertelt Jos, “dat was in mijn voordeel. De eerste dag had je die tijdrit en een criterium, daarna de andere vijf dagen alleen een criterium. Er was overal veel publiek. Er kwamen ook veel Belgen aan de start.”
Jos herinnert zich dat de stemming daar altijd goed was, niet in het minst door de aanwezigheid van de speaker der speakers Chris Delbressine( foto links), die de lange Lammertink continu aansprak met de voornaam Joske. Het was een aangenaam serietje criteriums, hoewel bij Chris, de renners en een groot aantal fans tijdens een van de wedstrijden de schrik om het hart sloeg, toen twee coureurs met de sturen in elkaar haakten, waardoor de langste van de twee in de vaart naast het parcours verdween. “Gelukkig”, glimlacht Jos, “kwam hij na enkele seconden met allemaal groene zooi op zijn kop weer uit de plomp tevoorschijn. Even later hoorden we van Chris dat het Jantje van Houwelingen was.”
EUFORIE
ZAKDOEK
Mijn dochter zei onlangs toen ik mijn neus snoot: ‘Pap, gebruik jij nog steeds van die ouderwetse zakdoeken ipv papieren?’
Ik twijfelde toen aan mijn aanpassingsvermogen aan mogelijke nieuwe regels over de inhoud van mijn broekzakken. Moet ik herschikken? Moet ik met een pakketje papieren zakdoekjes gaan rondlopen bij een lichte verkoudheid? Gelukkig stuurde Paul met het boek een mooie, grote, bedrukte zakdoek mee. Ik ben gerustgesteld.
17 | “TROUW MAAR MET JE FIETS”
Een zekere Annette Kistemaker was ook van de partij. Jos was niet de enige wiens ogen regelmatig op zoek gingen naar die kleine, blonde, jonge, aantrekkelijke vrouw. Dat kon je zijn ogen overigens niet kwalijk nemen, want Annette mocht er zijn. Het achttienjarige buurmeisje van de bruidegom straalde. En ja, de avond vorderde en ineens stond Jos op van zijn stoel en vroeg haar ten dans. Het was een mooi gezicht om die lange, donkere atleet met de kleine, tengere knapperd te zien bewegen op de muziek van de band.
“Heel graag”, smachtte Annette.
Ze werden verliefd, kregen verkering, gingen op stap en leken voor elkaar gemaakt. “Het ging ook wel eens uit”, weet Jos nog. “Maar het kwam ook weer aan.” Het jonge stel had het sowieso niet gemakkelijk in hun nog prille verkeringstijd. Annette woonde in Haaksbergen op kamers. Als Jos haar daar wilde opzoeken, fietste hij eerst van Hoge Hexel naar Den Ham om daar de auto van MZ op te halen die bij Nico Hilberink in de garage stond. “Dan reed ik naar Haaksbergen naar Annette, maar moest ik alweer bijtijds terug naar Den Ham en Hexel, omdat ik om 12 uur thuis moest zijn. Ja, ik was negentien jaar en moest inderdaad om 12 uur thuis zijn. Strenge regels. Mijn ouders vonden dat ik als oudste van de zes kinderen het voorbeeld moest geven. Om 12 uur ’s nachts ging de deur op slot.”
In 1982 kochten Jos en Annette het huis in Wierden, waarin ze nog altijd wonen. “Dat was in het begin een krap bestaan vanwege de extra hoge hypotheekkosten. De bank kende namelijk het beroep van wielrenner niet. Daar kwam nog bij dat het financieel nog moeilijker werd toen Annette met werken stopte na de geboorte van Nick en ik voor een Italiaanse ploeg reed, die geen salaris overmaakte. Gelukkig werd het later beter.”
“Ja”, zegt de zonaanbidster zelf, “gelukkig het gaat goed. We hebben zelden ruzie, ondanks dat we de laatste jaren continu bij elkaar op de lip zitten. Als ik een uurtje weg ben, kan dat al een probleem geven. ‘Annette ik heb mijn telefoon laten vallen. Annette ik moet plassen, Annette wil je mijn telefoon aan de lader leggen, enzovoort. Maar ik doe het met alle liefde’.
2023. Jos en Annette hebben bezoek van oud-renner Pierre Raas
16 | DESILLUSIE
Eind juni 1986. Jos is blij. Peter Post heeft de knoop doorgehakt. Voor het eerst zal hij de Tour de France gaan rijden. Iedere renner die prof is geworden, maakt zijn loopbaan stukken completer als hij in de Tour van start mag gaan. “De ploegen waar ik voordien beroepsrenner was, gingen niet naar de Tour. In 1984 kwam ik bij Panasonic, maar werd ik niet geselecteerd. In ’86 werd dat anders, want toen was ik Nederlands kampioen geworden en had ik tevens in Posts assistent Walter Planckaert een prima pleitbezorger. Ik kreeg een plek in de ploeg om de sprint aan te trekken voor Walters broer Eddy.”
Post koos voor het volgende tiental: Robert Millar (Sch), Phil Anderson (Aus), Eric Vanderaerden, Eddy Planckaert, Eric Van Lancker, Guy Nulens (allen Bel), Peter Winnen, Henk Lubberding, Jos Lammertink en Johan van der Velde (allen NL). Dat betekende dat erkende Tourrenners als Theo de Rooij, Teun van Vliet, Bert Oosterbosch, Alan Peiper en Ludo de Keulenaer thuis moesten blijven. Bijna had hij De Rooij nog geselecteerd ten koste van Van der Velde die nog niet in vorm was, maar koos toch voor de Brabander.
Jos was erbij. De Volkskrant van die dag wist waarom: Hij is de enige die een sprint kan aantrekken, schrijft de krant en citeert Eddy Planckaert: ‘Hij is zelf rap, een goede sprinter, en hoeft niet zo nodig zelf te winnen. Ze willen allemaal wel de sprint aantrekken, maar als ze de streep zien, denken ze zelf te kunnen winnen. En dan gaat het mis. Ik heb er nog maar één gekend die net zo goed was als Lammertink: mijn broer Walter. Die was ook zo brutaal en sterk als een beest. Want je mag van niets en niemand schrik hebben.’
Jos vertelt dat hij de keuze van Post heel logisch vond. “Ik was in vorm, reed het hele voorjaar goed en bevestig dat ook nog eens door te winnen op het NK.”
Overigens was Jos niet de enige Twentenaar in deze Ronde van Frankrijk. Ook Gerard Veldscholten, Henk Boeve en Erwin Nijboer staan in Boulogne aan de start.
Jos reed, zoals hij zelf aangeeft, een matige proloog (4,6 km). Hij werd 57ste op 19 seconden van winnaar Thierry Marie. De eerste etappe kreeg de Belg Pol Verschuere als winnaar. Jos werd 72ste op 11 seconden. De volgende etappe was een ploegentijdrit. Panasonic werd derde. De derde etappe kreeg bijna een Twentse winnaar. Henk Boeve verloor na een sprint tussen negen coureurs alleen van Davis Phinney. Jos werd op vijf seconden weer 72ste.
De vierde etappe op 6 juli voerde het peloton van Liévin naar Evreux in Normandië, een rit over 243 kilometer. Jos was in goeden doen. “Ik reed lekker mee, stond in het klassement op de 21ste plaats. De slotfase van de etappe naderde toen ik tijdens een afdaling op vijf kilometer van de streep na een knal tegen mijn achterwiel in de goot naast de weg terecht kwam. Ik reed door een diepe put waardoor ik met mijn tanden zo hard op elkaar klapte, dat ik versuft voorover viel.” Zonder zichzelf tijdens de val af te kunnen weren en zonder helm maakte Jos een enorme smak.
Ploegleider Peter Post was meteen bij hem. ‘Voordat een of andere idioot hem weer op zijn fiets wil duwen, om hem maar naar de finish te kunnen krijgen, ben ik er bij gebleven totdat hij in de ambulance lag. Het bloed kwam uit zijn voorhoofd, ik ga geen enkel risico nemen;, zei hij ’s avonds tegen enkele journalisten. Post had in zijn carrière al eerder ernstige valpartijen meegemaakt, o.a. met Kuiper, Knetemann en Van der Velde.
Jos vertelt in het kort wat er daarna gebeurde. “Ik was buiten westen en werd met een ambulance naar het universitair ziekenhuis gebracht. Daar constateerden de dokters een schedelbreuk en een zware hersenschudding. Ik heb er een week gelegen en ben daarna, liggend in een Franse ambulance, naar huis vervoerd in Wierden. Ik moest me natuurlijk wel gedeisd houden en oppassen met hoofdpijnklachten en zeker niet te vroeg weer beginnen met koersen.”
Zijn enige Ronde van Frankrijk eindigde in een desillusie. Hij moest al na vier etappes naar huis, maar vanzelfsprekend ging de Tour gewoon verder. Ploeggenoot Johan van der Velde won de vijfde etappe en droeg die zege op aan de ongelukkige Jos.