In 1973 begon het spektakel. De naam van de 15-jarige Jos Lammertink werd ingeschreven bij de KNWU. Hij kreeg een licentie en mocht aan officiële wedstrijden meedoen. We bekijken de plakboeken en de uitslagenlijsten die zo links en rechts te vinden zijn op het wereldwijde net. Maar Jos was niet meteen een winnaar. Waar hij als adspirant, zoals de jongste categorie toen nog heette, aan de start kwam, hadden zijn concurrenten nog volop kans op de overwinning. “Ik was met mijn tweedehands fietsje aan het pionieren. Af en toe won ik een koersje. De jongens die toen wonnen, waren meestal tweedejaars adspiranten en dat scheelt vaak op die leeftijd.”
Een jaar later werd hij nieuweling. Jos streed tegen leeftijdsgenoten en daar won hij vaak. “Ik reed overal in het land. Het fietsen ging goed. Ik wilde graag aan al die koersen meedoen. Het winnen ging me steeds beter af en ik kreeg er steeds meer aardigheid aan. Ik ging samen met Nico Hilberink naar de wedstrijden. Hij reed bij de amateurs.” Jos en Nico hadden een soort coach die zijn auto beschikbaar stelde. Nico had een rijbewijs en reed. In Brabant kon Jos als junior al startgeld vragen. “Soms 25 gulden, soms vijf tientjes. Ze wilden me destijds in verschillende plaatsen al aan de start hebben. In heel veel uitslagen kom je bij de nieuwelingen en junioren mijn naam tegen en bij de amateurs die van Nico. Soms werden we beiden eerste, zoals op 3 augustus 1974 in Putten.
PUTTEN.(1974.08.03) Amateurs: 1. Nico Hilberink; 2. Joop Ribbers; 3. Piet Nederlof.
Nieuwelingen: 1. Jos Lammertink; 2. Mart Schuffelers; 3. Simon Meijn.
ASSENDELFT.(1974.10.05). Amateurs: 1. N. Hilberink, 2. J. Bakker, 3. R. Groen, 4. J. Ribbers, 5. S. Schuitemaker, 6. B. Huveneers, 7. A. Versluis, 8. F. v. d. Enden, 9. J. Kettenis, 10. P. Koeleman.
Nieuwelingen: 1. J. Lammertink, 2. S. Meijn, 3. S. Snijders, 4. E. de Nijs, 5. R. Janszen, 6. W. de Bruyn.
Jos beleefde een prettige tijd, zo vertelt hij. “Ik was het hele jaar door lekker onder de pannen met al die criteriums en tussendoor ging ik naar school en droomde ik van de Amstelploeg. Als ik daarvoor ooit toch eens zou mogen fietsen.”
In 1975 werd de nieuweling vanzelf junior. Veni, vidi, vici. Jos kwam, zag en overwon bijna in iedere koers waar hij inschreef. En zo niet, dan stond hij op het podium. Ook de klassiekers voor junioren won hij bijna allemaal. Het Land van Bartje, de Flevo Tour, de Omloop van het Lage Land, De Acht van Bladel: Jos zegevierde. Overigens was hij op de finish van de Flevo Tour op 29 mei 1976 misschien niet de winnaar, maar werd hij wel opgeroepen om als nummer 1 naar het podium te komen, tot grote woede van Ruud van der Rakt die van mening was dat hij gewonnen had. Jos daarover: “In de laatste ronde knapte een spaak en mijn wiel liep tegen de remblokken aan. Toen had ik een probleem, want je kunt niet even snel een wiel wisselen. Maar ik ging wel als eerste door de laatste bocht, ging iets te vroeg de lange spurt aan en werd langzaam maar zeker ingehaald door Ruud. Hij was een tikkeltje eerder over de meet. Ik feliciteerde hem, maar de speaker riep mij als winnaar uit. ‘Wil de winnaar Jos Lammertink zich melden bij de finish’, hoorde ik omroepen. Daar zei Ruud dat ik hem net daarvoor nog gefeliciteerd had. Ik zei: ‘Ja, dat klopt. Met de tweede plek’. Later stond in de Wielerrevue een foto waarop goed te zien was dat Ruud net iets eerder de streep passeerde. Jan van Ommen, de aankomstrechter, vertelde me destijds nog een paar keer dat hij daar geblunderd had.
Blijkbaar was mijn lange reeks aan overwinningen tot dat moment de reden dat hij mij als vanzelf daar ook in Lelystad als winnaar zag finishen.”
Trouwens Jos’ broer Herman heeft de Flevo Tour een jaar later ook gewonnen.
Op 7 augustus 1976 leek de aan de finish van de 17e Omloop door het Land van Bartje het scenario van de Flevo Tour zich te herhalen. Jos werd tot winnaar uitgeroepen na een vlammende eindspurt met Peter Verheijen en Leo Veeke. Het blad Wielersport schreef dat een huilende Peter Verheijen, een nors kijkende Leo Veeke en een evenmin vrolijke Jos Lammertink speaker Jan van Ommen flankeerden bij de huldiging van de drie prijswinnaars. Lammertink was als winnaar uitgeroepen. Een hevig geëmotioneerde Peter Verheijen zei: ‘Met jullie als jury heb ik niets te maken. Ik ben eerste en niemand anders. Jullie gappen een overwinning van me af.’ Dat was, zo schreef Wielersport, een ongecontroleerde uitspraak van de jongen, zeker zo kort na de wedstrijd. Iedereen weet dat als de uitslag, zeker in dit geval (alle drie juryleden hadden Lammertink gezien als winnaar) vast staat en vrij wordt gegeven, er niets meer verandert. “Later was Verheijen weer voor rede vatbaar”, vertelt Jos die hem op Facebook nog af en toe volgt waar Verheijen zich manifesteert als Indian Pete, een Brabantse paradijsvogel die wijd en zijd bekend is daar.
De Dorpenomloop in Rucphen in maart 1977 was ook voor Jos. Wielersport citeerde destijds Broers die in een ontsnapping zat : ‘Ik keek onder mijn arm door en zag hem komen. Op dat moment zeg je natuurlijk tegen de anderen: Jongens, rijden, daar komt Lammertink aan, maar al snel moesten wij toegeven dat hij de beste was. We hebben er met z’n drieën alles aan gedaan, maar we konden niet verhinderen dat hij ons trio tot een kwartet kwam uitbreiden.’ (foto links de eerste drie van de Dorpenomloop)
Jos: “Ik weet nog dat ik boordevol moraal zat, want ik reed al op mijn RIH-fiets van de Amstel ploeg. Wie ging mij daarop verslaan? De koers werd door de concurrentie volledig op mij afgestemd, maar het parcours was niet lastig genoeg en er stond te weinig wind om het peloton uit elkaar te rijden. In de laatste omloop kwamen we met vier man voorop en de tactiek van degene die het langst kon volgen, Johnny Broers, was om vooral niet op kop te rijden. Ik was ervan overtuigd dat ik hem kon kloppen. Maar de sprint aantrekken en je toch niet laten passeren is niet zo gemakkelijk, hij kwam toch nog heel erg dichtbij.”
Het verslag in Wielersport, van zijn laatste koers bij de junioren Ronde van het Lage Land.(1977.03.26) begon aldus:
JOS LAMMERTINK niet te stuiten
Twee dagen voor zijn afscheid als junior heeft Jos Lammertink uit het Overijsselse Wierden nog eens verduidelijkt wat mentaliteit is in de wielersport. Een echte vechtersbaas op de fiets, een man die door wil gaan tot het bittere eind om dan aan de finish op te merken: ‘Het was een pittig tochtje.’ Het was diezelfde Jos Lammertink die zaterdagmiddag in de straten van Koog aan de Zaan daarvoor werd beloond met de 72e zege als junior en zijn tweede overwinning in het amper twee weken oude wielerseizoen. Dat “vechtersbaas” sloeg overigens niet op een vechtpartij, maar op een valpartij 10 kilometer voor de finish waarna hij zich vanuit geslagen positie toch weer naar voren knokte en de zege voor zich opeiste.
Een paar dagen later werd hij amateur en versterkte hij inderdaad de gelederen van de Amstel-ploeg.
Tot slot nog een anekdote:
Jos vertelt: “Terug naar mijn tijd als junior in 1976. Na lange trainingen kwam het wel eens voor, dat je volkomen uitgepierd nog de laatste zeven kilometer met tegenwind maar thuis moest zien te komen. De weg van Nijverdal naar Wierden met een smal hobbelig fietspad was geen uitnodigende weg. Bij het begin van het fietspad ik Nijverdal kon ik de verleiding niet weerstaan om achter de TET-bus op de grote weg te stayeren. Al doende kwam ik er al snel achter dat de 52-15 die je als zwaarste versnelling bij de junioren mocht rijden, niet toereikend was om de bus bij te houden. Daar was met een ander achterwiel snel een oplossing voor gevonden en ik nam me vast voor om die uitdaging een keer aan te gaan. Dat verliep eerst nogal moeizaam, de chauffeur is blijkbaar niet gecharmeerd dat jij erachter duikt. Het moest dus een beetje sneeky. Het juiste moment afwachten dus. Bij het begin van het fietspad, bij Toyota Konijnenbeld was ook de opstapplaats van de bus. Net na de stoplichten en dan snel even oversteken van fietspad naar grote weg en zo lukte het om tot Wierden te volgen. Niet fijn, geen enkel zicht, een verschrikkelijke diesellucht en dan zeiknat van het zweet thuiskomen. Maar ja, ik had het me tot doel gesteld, dus moest het gebeuren ook. Bovendien was het niet zo’n veilige weg, dikke eikebomen, dicht op elkaar aan beide kanten en daarnaast een fietspadje, links en rechts. Halverwege was een parkeerplaats van klinkers die van de weg tot aan fietspad doorliep. Dat leek mij een mooie tussenoplossing, eerst even lekker op tempo tot 90 km/u en op die parkeerplaats dan oversteken van grote weg naar het fietspad. Dat lukte, maar het is wel spannend om met die snelheid daar tussendoor te denderen. Je kunt niet even met het hoofd naast de bus kijken om de juiste afslag te bepalen. Vervolgens dan lekker uitfietsen naar huis. Tot die bewuste dag! Het was me weer gelukt om ongezien te volgen, de juiste ‘afslag’ te pakken en nog maar net uitwaaiend op het fietspad zie ik middenachter onder de bus een groot stuk piepschuim opwaaien. Dat blok werd door een tegenligger uit elkaar gereden en auto’s aan mijn kant reden daar weer overheen, een regen van piepschuim. Wat ongelooflijk veel geluk! Moet er niet aan denken wat er had kunnen gebeuren als ik achter die bus was blijven rijden. Ik was genezen. Nooit meer achter de TET-bus. Geluk is met de dommen :)”
Foto boven: 1976, Jos wint een koers in Haaksbergen
Foto midden: de huldiging van de Dorpenomloop in Rucphen.
1974. Jos winnaar in Oploo
De finish van de Dorpenomloop, het is close!
1975. Jos zegeviert in Loosbroek
1975. Huldiging van de eerste drie in Loosbroek
1975. Jos is kampioen van Overijssel, midden de nummer 2 Jos Brummelaar, rechts de bronzen medaillewinnaar Gerrit Vixebokxe.
1975. Jos winnaar te Kortenhoef.