ANEKDOTES
Omdat ik een paar dagen geleden een uurtje moest overbruggen in hartje Enschede, liep ik Café Het Bolwerk binnen. Het was een uurtje of drie. Even een krantje inkijken en je bent een uur verder, dacht ik. Maar ik trof er drie bekenden. Fotograaf Robert Hoetink had een gesprek met een dame, maar had wel even tijd voor wat smalltalk. Tijdje niet gesproken, hoe gaat het? Dat werk.
Bennie Waanders, trompettist/levensgenieter zat aan de stamtafel en ik ging tegenover hem zitten. Korte tijd later kwam eigenaar/vaste klant/levensgenieter Rob Nolmans binnen en zette zich aan het hoofd van dezelfde tafel. Deze setting was perfect voor een aangenaam gesprek. Twee anekdotes bleven in mijn geheugen hangen.
Bennie vertelde dat zijn dochter Liesbeth, de zeer begaafde, veelzijdige musicus die in Keulen woont, een concert had gegeven in een Duits muziekcafé. Ze had liedjes gezongen waarbij ze zichzelf op de piano begeleidde. In haar repertoire zat ook Het Dorp van Wim Sonneveld. Ze zong deze klassieker in het Nederlands en merkte na het luwen van de laatste tonen dat een aantal toehoorders tot tranen toe geroerd was.
Rob wist dat ik ooit een voetbalclub had opgericht: FC Circus. We speelden louter in de zaal. Dat bracht hem op de voetbalclub BlauwBlauw die hij had opgericht. Hij vertelde dat een van de spelers zondags bij aankomst op het sportpark eerst met zijn rechterpink de lengte van het gras peilde. Als zijn pink dan helemaal tussen de grassprieten verdween, weigerde hij te voetballen. Dan was het gras hem te lang en ging hij weer huiswaarts. ‘Omdat we daardoor een keer met tien man stonden, hebben we een passerende wielrenner gevraagd om mee te doen. We gaven hem een shirt en een broek en een paar schoenen.’
“Waar moet ik staan?”had de man gevraagd. ‘Rechtsboetn, zeiden we. En daar heeft hij toen de hele wedstrijd wat heen en weer gedraafd.’
“Waar moet ik staan?”had de man gevraagd. ‘Rechtsboetn, zeiden we. En daar heeft hij toen de hele wedstrijd wat heen en weer gedraafd.’