19 | BART
We gaan terug naar de Ronde van Overijssel, aflevering 49, 6 mei 2000. Dat was nog eens een heuglijke dag voor Bert en zijn familie. Want zelf werd hij die dag 62 en zoon Bart won de belangrijke wedstrijd.
“Truus, ikzelf, de hele familie, we waren allemaal in Rijssen bij de finish. Hij was alleen vooruit. Het was gigantisch mooi. Ik was enorm trots. Bart was in tranen. Ik kon het zelf maar net droog houden. Op mijn verjaardag. Heel bijzonder. Overigens was die overwinning van hem nogal beladen. Er zit een heel verhaal aan vast”, vertelt Bert. “Onze Bart was enorm gebrand op de overwinning.”
Waarom was Bart die zesde mei in 2000 zo gespitst op de zege in de Ronde van Overijssel?
Bert: “Bart werd in 1998 tweede achter de Deen Tayeb Braikia. Een jaar later werd hij door Arie Hassink en Han Vaanhold uit de Giant-ploeg gezet. Hij was op zaterdag opgenomen in de ploeg voor de Ronde van Drenthe. Een dag eerder reed hij de Ronde van Rijssen en won die koers. Maar in Drenthe aangekomen reed hij de ronde, maar kreeg na afloop de mededeling dat hij uit de ploeg gezet werd. Per brief kreeg hij daarna zijn ontslag. Ongelooflijk. Bel Bart anders maar even, hij weet het precies.”
Goed idee, want dit verhaal vraagt om een duidelijke uitleg. Ik tref hem ergens in Duitsland waar hij namens Shimano bij mountainbikewedstrijden aanwezig is. “Die zesde mei in 2000? Dat was zo’n dag dat alles op zijn plek viel”, zegt Bart. “Heel bijzonder. Ik was zoals je weet een jaar eerder uit de ploeg gezet door Han en Arie. Ik won een koers in Rijssen, ging de dag erop naar Hoogeveen voor de Ronde van Drenthe, maar kreeg pech. Na drie kilometer brak mijn stuur af. Het scheelde weinig of ik was hard gevallen. De stuurpen van de reservefiets was kapot, omdat een ploeggenoot bij de start hetzelfde euvel had. Daarom ben ik meteen naar huis gegaan. En dat was volgens Han en Arie de reden van mijn ontslag. Belachelijk natuurlijk”, zegt Bart die vanaf toen voor de ploeg van De Zwaluwen ging fietsen.
“Vanaf dat moment dacht ik al aan de Ronde van Overijssel op 6 mei 2000, de verjaardag van mijn vader. In augustus ’99 heb ik die datum al op het openingsscherm gezet van mijn telefoon. Ik zag de datum elke dag. De winter trainde ik hard door. In het voorjaar ging alles naar wens. Geen pech, geen blessures. Eind april won ik een klassieker voor clubrenners in Drenthe en reed vervolgens achter de scooter van Wim Albersen terug. Vanaf de Lemelerberg trainden we de laatste lus van de ronde nog even goed. Ik was helemaal naar de vaantjes na die pakweg 350 kilometer. Daarna gingen Otmar Beltman en ik naar de Ardennen voor een duurtraining en een paar wedstrijden. Elke dag 200 kilometer getraind.”
Bart Boom was gebrand, stond op scherp. Dat moge duidelijk zijn. Wielrennend Nederland zou van hem gaan horen. Maar Cor Kiewik, de ploegleider van De Zwaluwen, wilde hem op 6 mei opstellen voor de Ronde van Haarlemmermeer. “Ik zei meteen nee. Ik heb me al driekwart jaar voorbereid op ‘Overijssel’ en die rij ik. ’s Ochtends bij het opstaan voelde ik dat ik in supervorm was. Wat ook nog meespeelde was de verjaardag van mijn vader en mijn tweede plaats in 1998. Toen had ik Rudi Kemna over me heen gekregen, omdat ik volgens hem in tactisch opzicht een fout had gemaakt, wat overigens weer door Han ontkend werd.”
Dat allemaal, die trainingen, de supervorm, het onrecht van ‘98 en ’99, dat spookte allemaal door Barts hoofd. Intens gefocust vloog hij naar de finish in Rijssen, waar hij glorieus met zijn armen zwaaiend in zijn eentje over de streep reed. De klus was geklaard. Hoe voldaan kan een renner zich voelen.
’s Avonds was het dubbel feest in huize Boom. De meesten kwamen voor Bart en niet voor de jarige Bert.
Ruim 22 jaar later voelen Bert en Bart zich twee trotse Boomen. “Ik heb vorige week het verslag van 2000 van RTV Oost nog teruggeluisterd. Opnieuw kippenvel”, zegt Bart.
Met Han Vaanhold kan hij wel weer door één deur. “Arie Hassink? Die heb ik nooit meer gesproken en daar heb ik ook geen behoefte aan.”
Bart stopte in 2008 op 36-jarige leeftijd. Hij is 50 jaar.