33 | HARDFIETSENDE BOOMEN
Goed voorbeeld doet goed volgen. Dat gold zeker voor Bert Boom. Hij fietste hard, waarna zijn veel jongere broers het ook bleken te kunnen. Henk (15 jaar jonger) en Hans (20 jaar jonger) wilden net als hun oudste broer wielrenner worden en reden vervolgens ook een bak vol prijzen bij elkaar. En dan had je weer wat later Berts zoon Bart (ruim 33 jaar jonger) die uit hetzelfde hout gesneden was, maar dat hebben we eerder beschreven in deze serie.
Nu de broers. Henk was als nieuweling een nationale topper. Hij werd in 1969 in Sibbe kampioen van Nederland op het onderdeel veldrijden. Bert glimlacht en vertelt: “Daar riep de microfonist dat Henk een broer is van de EENS bekende Bert Boom. Maar de EENS bekende Bert Boom werd een half jaar later als stayer wereldkampioen.”
Het leeftijdsverschil veroorzaakte af en toe hilarische opmerkingen. Bert: “Hans won op een dag ergens in Brabant een wedstrijd waar ik bij was. Toen ik Hans kort achter de finish feliciteerde riep de microfonist dat Hans gefeliciteerd werd door zijn oom Bert. Maar ik was zijn oom niet, ik was zijn broer die twintig jaar ouder is.” Dat de broers stukken jonger waren, had ook tot gevolg dat beide ouders hen nauwelijks hebben zien fietsen. “Mijn vader is één keer naar een koers geweest waar zij reden. Dat was tijdens de oliecrisis. We hebben er nog een foto van gemaakt. Ikzelf kon hen trouwens ook niet al te vaak zien fietsen. Ik had mijn werk en reed nog bij de veteranen”, aldus Bert.
Bij de amateurs was Henk in de jaren 70 als clubrenner en als lid van de BIK-ploeg een subtopper. Talloze keren eindigde hij bij de eerste tien in klassiekers en andere koersen. Henk verraste in 1976 in de Ronde van de Achterhoek Gerrie van Gerwen en Arie Hassink. Hij won die prachtige koers in het shirt van zijn club De Zwaluwen. Ook won hij een etappe in de Driedaagse van Harderwijk en nog veel andere koersen.
Toen zijn jongere broer Hans ook amateur was geworden, was het niet altijd duidelijk wie van de broers op welke plek geëindigd was, getuige ook deze uitslag van de Ronde van Best.
BEST – 21 mei.1978. Amateurs: 1. B. Duit, 2. H. Boom, 3. A. Jansen, 4. H. van Piere, 5. P. v. d. Knoop, 6. G. Oosterbosch, 7. Th. Vriens, 8. H. Boom, 9. H. Senders, 10. J. van Diepen.
In een ander archief vond ik dat Henk daar als tweede eindigde en Hans als achtste.
Over de Ronde van de Achterhoek gesproken. Hans won deze klassieker ook. Dat was in 1982 met Jos Gevers als tweede en Hans Daams als derde.
Hans was succesvoller dan Henk wat ook te maken had met de Van Erp-ploeg waarvoor hij reed. Dat was een goed geleide organisatie, waarvan ook hij de vruchten plukte in binnen- en buitenland.
Zodoende heeft hij een fraaie erelijst bij elkaar gefietst. Een kleine greep: in 1981 werd hij derde op het NK bij de amateurs. Zijn ploeggenoot René Koppert won. “Hij was er vandoor, ik stopte voor hem af, maar er kon vervolgens nog geen bedankje af. Dus besloot ik voortaan voor mijn eigen kansen te gaan”, vertelt de in Nieuw-Heeten woonachtige Hans die een jaar later zelf de nationale titel won voor Peter Hofland en Hans Daams.
Hans kon goed klimmen. Hij nam uit buitenlandse koersen in totaal zes bergtruien mee naar huis. Vooral aan de Giro delle Reggioni en de Tour ‘l Avenir bewaart hij goede herinneringen. Veldrijden kon hij ook goed en eindigde verschillende keren op het erepodium van het NK. Op het WK in 1982 werd hij vierde. In Olympia’s Tour ook. Met diverse ploegen van de Zwaluwen werd hij kampioen op de baan op het onderdeel ploegenachtervolging en nationaal clubkampioen in Dronten. Zie de foto met vlnr Herman Ponsteen, Jos en Herman Lammertink, Hans zelf, Dick van Egmond en Hennie Stamsnijder.
Hans is zeer tevreden over zijn carrière en wijst daarbij ook naar oudere broer Bert. “In de winter trainde hij ons op de Holterberg. Dat was altijd enorm zwaar. Maar daar legden mannen als Henk Poppe, Hennie Kuiper, de gebroeders Lammertink, Hennie Stamsnijder, Herman Ponsteen en wij als broers een goede basis voor het seizoen”, weet Hans die zich van de carrière van Bert niet veel herinnert. “Ik was tien jaar toen hij wereldkampioen werd. Wat ik wel bewust heb meegemaakt is zijn hersenoperatie in 1976 en daarna zijn wereldtitel bij de veteranen.”
Hans memoreert dat Bert een geweldige mentaliteit had. “Een voorbeeld? Als we trainden, maakte we bij elk straatnaambord een sprintje. Op een dag naderden we het bord HOLTEN. Bert en Lodewijk Harmeling lagen naast elkaar. Bert gaf hem een beuk, maar kreeg een beuk terug. Hij viel met zijn hoofd in het prikkeldraad. Veel bloed en een lange, diepe snee. Op naar de dokter in Holten. Die drukte er een paar hechtingen in, waarna mijn broer zijn Vredestein-petje opzette en weer verder ging met de training. Hij was keihard.”
Hans en Henk en veel andere renners hebben veel aan Bert te danken. “Wij hadden de fietsen altijd pico bello voor elkaar met de nieuwste snufjes. Hij had er zoveel verstand van. Ook was hij een uitstekende coach. Voor NK’s en WK’s werden Hennie Stamsnijder en ik door hem afgepierd. Dagelijks fietsen, looptraining, weer fietsen, daarna rusten. Het legde ons geen windeieren”, aldus Hans.
Henk is 69 en gepensioneerd. Hij heeft twee dochters en woont in Olst.
Hans is 63 en werkt als ambtenaar bij de gemeente Hengelo. Hij is voorzitter van het bestuur van de jaarlijkse Ronde van Twente voor jongens en meisjes junioren en nieuwelingen. De laatste tijd is Hans behoorlijk aan het dokteren, maar het gaat de goede kant op.
Hij is getrouwd met José Stamsnijder. Ze hebben drie kinderen, twee zoons en een dochter. Zoon Niek was een talentvolle wielrenner, maar doet nu aan hardlopen. Ruud was als baan atleet al even talentvol.