DE CERBERUS VAN DE FC
Denken wij in deze contreien terug aan Piet Schrijvers dan kom je snel uit bij zijn Twentse periode. De robuuste keeper van de FC was een absolute topper. Wilde een tegenstander een doelpunt maken dan moesten ze langs verdedigers die wisten hoe je een opponent moest bespelen en kregen ze dan toch nog de kans om een doelpoging te wagen, dan stond daar de onverschrokken, onverzettelijke, onpasseerbare Piet. In mijn boek De Top 50 van FC Twente stond hij op de zevende plaats.
Eerst een vrij onbekende anekdote. Piet brak medio 1968 een botje in een hand en die moest tot zijn grote spijt in het gips. Omdat hij bang is dat zijn op handen zijnde overgang van DWS naar FC Twente in gevaar kwam, liet hij het gips er prompt weer af halen. Piet speelde, ondanks de pijn, zijn wedstrijden. Zo begon zijn indrukwekkende loopbaan op het hoogste niveau in Nederland, want de FC haalde hem binnen.
Voetballiefhebbers die het kunnen weten, die hem vaak hebben zien keepen bij de FC weten dat die zevende plaats in de Top-50 misschien nog wel aan de lage kant is. Want hij was buitengewoon goed. Hij was beestachtig goed. Geen spits durfde bij een corner of een vrije schop van de zijkant bij hem in de buurt te komen. Hij was de stoere cipier van het Twente-doel, de Cerberus van de FC. In 1974, na het beroemde WK in Duitsland, vertrok hij naar Ajax. Daar was hij ook prima, kreeg de bijnaam Beer van de Meer, won tig hoofdprijzen, maar zo goed als bij de FC is hij nooit meer geworden. Hij is zelfs met Kees van Ierssel, Epi Drost, Willem de Vries en Kalle Oranen al sinds 1972 recordhouder als minst gepasseerde verdediging van de eredivisie met slechts dertien doelpunten. Prachtig!
In mijn werkzame periode heb ik hem vaak gesproken. Voor de radio en voor de krant. Op de bouw van zijn huis aan de Els in Haaksbergen, in het Diekman of elders na wedstrijden als hij weer eens uitgeblonken had, bij hem thuis in Ermelo etc. Hij was altijd openhartig. Geen blad voor de mond. Van alles schiet me te binnen. Dat ik hem op een zondagmiddag na een thuiswedstrijd wilde interviewen voor Radio Oost, maar dat het opnameapparaat hapert. Het moest drie keer over, ik werd behoorlijk nerveus, maar hij bleef geduldig wachten. Zo fijn en sympathiek.
Dat hij vanuit Ermelo naar Enschede kwam om een prijs uit te reiken of op locatie geïnterviewd te worden voor de biografie van Sander Boschker waarvan hij trainer was geweest, voor boeken over het jubilerende FC Twente of het signeren ervan of voor een radio-uitzending van de Vara in de Kleine Willem etc. Hij zei nooit nee. Zo sympathiek. En vooral ook vond hij het altijd prettig om terug te blikken op zijn tijd bij de Enschedese club, waar hij snel uitgroeide tot een topkeeper. “Overal heb ik een leuke tijd gehad”, zei hij dan, “maar bij de FC het leukst.” Typerend is dat zijn vrouw Kathy altijd fan is gebleven van FC Twente.
Jammer dat de heer Alzheimer hem te pakken kreeg. Daardoor werd hij maar 75 jaar.
Hieronder wat cijfers en feiten van Piet toen hij tussen ’68 en ’74 in Enschede speelde: 240 officiële wedstrijden (competitie 195, beker 16, Europa Cup 23, Intertoto 6. Interlands 46 (5 als speler FC Twente).