VADER
Ik weet het bijna zeker, zei ik.
Maar het zijn verkiezingen voor de Provinciale Staten, vergeet dat niet.
En daarom neig ik ook weer naar het CDA. Om persoonlijke redenen. Want twee of drie periodes was mijn vader Toon in de eindjaren zestig / jaren zeventig lid van de Staten. Hij vertegenwoordigde de KVP, een der voorlopers van het CDA. De landbouwsector en de ruimtelijke ordening waren in de Staten zijn domein. Voor de KVP en later CDA was hij ook raadslid en wethouder van de gemeente Diepenheim. Vader was een zeer ijverig raads- en statenlid, breidde zich altijd consciëntieus voor, belde met instanties en als het nodig was, ontving hij mensen of ging hij ter plekke kijken en overleggen.
De KVP was hem dierbaar. Hij ging ook altijd naar de grote partijbijeenkomsten. Toen Piet de Jong minister-president was, vroeg hij of ik mee wilde naar zo’n happening. Dat wilde ik wel. Het was in de Leeren Lampe in Raalte. De zaal zat vol. We zaten ergens achterin toen de premier binnenkwam. Iedereen vloog in de benen. Mijn vader ook, dus ik eveneens. Onder een daverend applaus liep de kleine leider naar zijn plaats op de voorste rij. Daar zaten oa ook de ministers Veringa en Marga Klompé. Mijn vader klapte zijn handen stuk. Ik keek mijn ogen uit. Er waren toespraken en tijdens de lunch netwerkte hij wat. Hij was betrokken, maar was in die kringen wel een kleine jongen. Dat zag ik ook. Hij wees me collega-statenleden aan en sprak kort met enkelen van hen. De sfeer was aangenaam, amicaal. Ik merkte ook dat mijn vader heel goed lag bij al die partijgenoten van hem. Daar genoot ik extra van en ook van de ambiance en motivatie van al die bekende en minder bekende politici.