42 | AFGEKEURD, MAAR NOOIT ZIEK
In juli 1995 liet Jos de Orthopedagogische Instelling De Marke in Rekken achter zich. Hij solliciteerde bij de Van Dam Groep en werd aangenomen. In principe was dat niet zo moeilijk. Hij kon zich gratis aanbieden voor het Rijssense installatiebedrijf. Dat vraagt om uitleg. “Ik was arbeidsongeschikt als groepsleider door de reuma en ontving daarvoor een uitkering van het UWV. Ik volgde de opleiding HBO-P&O op kosten van Rekken en mocht daar op P&O werken. Van het UWV kreeg ik de gelegenheid om vóór juli 1997 ergens definitief een passende functie te vinden. Dan kon ik de opleiding afgerond hebben. Een extra stok achter de deur dus”, vertelt Jos.
Zijn vraag of hij bij Van Dam op personeelszaken kon werken, kwam op een goed moment. Jos: “Zij hadden tweehonderd werknemers, maar geen afdeling P&O. Het aanbod om dat kosteloos voor hen op te zetten, kon doorgaan, zo zei de financieel directeur als ik daarnaast ook Arbo-coördinator ging worden en oh ja, de salarisverwerking hoorde eigenlijk ook bij P&O. Ik ging akkoord en kon de uitdaging aangaan.”
Van Dam had veel werk dus was het zaak om te zorgen capabele mensen binnen te halen. Jos vervoegde zich bij middelbare scholen om zich te presenteren, om stagiaires werven van Apeldoorn, Zwolle tot Enschede. Op open dagen stond hij met een stand het installatie-vak te promoten. Hij gaf voorlichting aan ouders. Lange dagen, tien uur was eerder regel dan uitzondering. Daarnaast ging hij één dag naar school in Enschede en ’s avonds en in het weekend moest hij aan de studie.
Jos vertelt dat het na anderhalf jaar bij Van Dam de hoogste tijd werd om het over de toekomst te hebben. “We hadden wel gesproken over de gratis opstart, maar niet over een eventueel vervolg. Want ze konden in feite volstaan om mij na twee jaar te bedanken voor de bewezen diensten en gewoon afscheid te nemen. Ik had inmiddels wel een alternatief, maar ik had het toch ook wel naar mijn zin bij Van Dam. Leuke collega’s. Ik had wel iets met die bouwvakkers die het in weer en wind moesten verdienen. Ondanks dat ik nooit ziek was geweest, vond de financiële man het toch wel een risico om een reumaklant in dienst te nemen. Dat deed hij natuurlijk ook om het salaris nog wat te drukken, maar daar schopte hij mij wel even behoorlijk mee tegen de schenen. Wat dacht hij wel niet? Bovendien zou het bedrijf door het UWV de eerste vier jaar elk eventueel ziekteverzuim vergoed krijgen. Uiteindelijk kwamen we eruit en sloten een arbeidsovereenkomst met uitgestelde betaalplicht. Daardoor hadden Van Dam en ikzelf de zekerheid te blijven.”
Jos had een betaalde baan en was er blij mee.
Het bedrijf groeide gestaag. Tientallen werknemers per jaar erbij, veel jeugd. In 2000 waren er 375 werknemers in dienst, daarnaast regelmatig tientallen ingeleende werknemers en uitzendkrachten. Er werd ook een bedrijf in Duitsland gestart. De afdeling P&O kreeg zowaar het groene licht om het personeel op die afdeling te verdubbelen. Naast het bestaande gebouw aan de Fahrenheitstraat werd een drie verdiepingen tellend kantoorgebouw.
Jos’ naamsbekendheid had zo zijn voordelen. ‘Weet je wel dat ik nog een achter- achter- achterneef van jou ben? Hier heb je mijn rechtstreekse- en mobiele nummer’. Of: ‘Vroeger ging ik altijd naar die profkoersen kijken, daar reed ook een Lammertink mee’. “Ja dat ben ik toevallig bla bla. Deuren die anders voor je gesloten bleven, gingen open. Een half uur in de wacht of vijf keer doorverbinden, was er niet meer bij. Gepast misbruik maken heet zoiets.”
De reuma stond ondertussen niet stil en veroorzaakte meer pijn en ongemak. Jos somt op: “Elke morgen om 06.00 uur eruit, lang onder de douche om de pijnlijke gewrichten op te warmen. De ontstekingsremmers, pijnstillers en maagzuurtabletten waren al standaard en daarnaast kwam er in de loop der jaren heftige medicatie bij. Een paar voorbeelden. De reumatoloog schrijft pillen voor en je krijgt er een verwijzing voor de oogarts bij mee, omdat als bijwerking het netvlies van de ogen los kan laten. Jarenlang aan de prednison, gewone kuren, stootkuren prednison, afgewisseld door maandenlang zogenaamde onderhoudsdoses. Een opgeblazen hoofd en ruim twintig kilo gewichtstoename tot gevolg die je er nooit meer af kunt krijgen. Het heftigste was de jarenlange chemo als medicijn voor de reuma. De theorie hierachter: je geeft iemand een bepaalde dosis vergif (mtx) waardoor je immuunsysteem dusdanig in de war raakt en dan stopt om jezelf ten gronde te richten. Het heeft maar enkele bijwerkingen zoals misselijkheid, braken, verminderde eetlust, diarree, ‘grieperig’ gevoel, zoals spierpijnklachten, hoofdpijn, slaperigheid, ontsteking van het mondslijmvlies, huiduitslag en jeuk. De lever, nieren en longen moeten daarom zeer regelmatig gecontroleerd worden. Een injectie ’s avonds voor het slapen gaan en de volgende ochtend kotsend voor de WC is gangbaar, maar het gaat wennen. Ook ben je na enkele maanden niet meer de hele week misselijk. Je krijgt voor drie maanden injecties mee die je 1 x per week moet injecteren. Even voor het idee wat voor een troep het is, in 2016 werd bekend dat in een periode van tien jaar dertien personen overleden zijn aan de gevolgen van het gebruik van dat medicijn. In alle dertien gevallen ontstaan door verwisseling van de frequentie, eenmaal per dag in plaats van eenmaal per week. Na een weekje ging je dan de pijp uit.”
Het motorrijden moest Jos tot zijn spijt ook vaarwel zeggen. Een crossmotor aantrappen lukte hem niet meer bij en enige spierkracht is ook wel handig bij een wegmotor. In de weekends werd er nog wel gefietst, maar dat begon steeds meer een strijd te worden. “Als ik met vrienden op pad ging, werd ik als eerste gelost. Ik kon niet meer gaan staan op de pedalen en het minste of geringste hoogteverschil voelde aan als een col van eerste categorie. In de jaarlijkse relatietocht van Jan Bakker reed ik naast Rob Kleinsman van Rijssen naar Markelo. Op de eerste glooiingen van het fietspad moest ik weer maximaal gaan, terwijl iedereen gezellig met elkaar aan het keuvelen was. Ik informeerde naar Robs hartslag, die was 95 bpm, terwijl ik 180 had. Verderop in die tocht ben ik volledig kapot bij Bert Boom in de bezemwagen gestapt.”
Op het werk in Rijssen werden de verschillende verdiepingen met de trap bedwongen. Dat ging eerst vlotjes, lekker op de power met twee à drie treden tegelijk maar kostte me geleidelijk steeds meer moeite. De oorzaak leek hem aanvankelijk een gebrek aan conditie. Geen tijd meer om te trainen, dan zal dit wel het gevolg zijn. “Op een gegeven moment kreeg ik steeds vroeger ’s middags het gevoel een ‘hongerklop’ te hebben. Even naar de snoepautomaat in de kantine voor een stuk Mars of Nuts bleek dan ook geen oplossing. Thuisgekomen viel ik op de bank in slaap. Annette zei opbeurend ‘nu zit je op kantoor de hele dag alleen maar een beetje aan een potlood te likken en dan val je hier nog op de bank in slaap ook’. Onverklaarbaar.”
De kracht in zijn armen was ook al jarenlang afgenomen, de spierballen minimaliseerden. Een multomap optillen was er niet meer bij. Een kopje koffie optillen, gewoon zwaaien of de hand opsteken in het verkeer evenmin. Zijn vingers gingen steeds krommer staan. Irritant met al die sollicitatiegesprekken, een fatsoenlijke hand geven was er niet bij. De reumatoloog vermoedde dat zijn pezen aangetast waren door de reuma, dat kwam wel vaker voor. En omdat de vingers nog wel enigszins gebogen konden worden, zou een operatie uitkomst kunnen bieden. Bij nader onderzoek bleken de pezen intact en werd hij door een neuroloog doorverwezen naar Nijmegen.
Na onderzoek in Nijmegen in 2003 bleek het een spierziekte te zijn. Jos: “Als de diagnose gesteld wordt, heb je het vaak al vijf jaar. Het eerst merk je dat met traplopen en fietsen, vertelde men mij.” Het was de spierziekte die hem anno 2024 nog altijd, maar veel ernstiger, kwelt. Het UWV kwam ook weer in beeld. Hij richtte thuis een kantoor in, zodat hij niet meer zo vaak naar Rijssen hoefde te reizen en de bedrijfsarts schreef hem in een afbouwschema eerst drie halve dagen rust voor. “Die ziekmeldingen deed ik zelf bij de Arbodienst maar ik werkte thuis gewoon door”, vertelt Jos. “Janine, een collega van mij, had dat wel in de gaten en toen het de spuigaten uit begon te lopen, waarschuwde zij op een gegeven moment de bedrijfsarts. ‘Ga maar eens thuis bij hem kijken wat hij doet als hij rust moet houden’, luidde Janines advies. Willen is kunnen. Ik ging gewoon door net als tijdens mijn loopbaan als beroepswielrenner en in Rekken.”
Tegenwoordig is hij nog steeds in dienst bij Van Dam en werkt vanuit huis met hulpmiddelen zoals spraakherkenning en oogbesturing. “Ik doe onder andere de salarisverwerking en wat daar zoal bij komt kijken en de mutaties richting pensioenfonds. Dat gebeurt in samenspraak met de UWV. Ik ben in 2010 volledig afgekeurd, maar mag nog wel een paar uurtjes per week werken. Sommigen verklaren mij voor gek, maar ik doe het, omdat ik me nog nuttig kan maken. Als ik ’s morgens de krant uit heb, lees je die niet voor de tweede keer en dan is een dag lang in op die vierkante meter in de hoek van de kamer. Ook ben ik blij dat van Dam mij de gelegenheid biedt, zo heb nog iets omhanden. Het gaat niet zo snel, maar ik heb tijd genoeg. In deze verstelbare stoel kan ik de armen nog bij het toetsenbord krijgen. Zo wil ik hier per se mijn pensioen halen in 2025. Willen is kunnen. Tien jaar geleden zei men al dat het een ongeloofwaardig doel was van mij, maar ik wil me niet ziek melden. Dat heb ik nooit gedaan.”
Foto bovenaan: Jos en Annette arriveren in oktober 2022 bij het Rijssense Brodshuis voor de viering van het 25-jarige dienstverband van Jos bij de Van Dam Groep.
Foto midden: Van Dam bestaat 75 jaar. Jos poseert.
Directeur Gerrit van Dam reikt Annette een ruiker aan tgv het zilveren jubileum van Jos. Links Gerrit van Dam sr.
Alle jubilarissen poseren