5 | 1972. BERT & ARIE
Wielrenners wielrennen veel, maar maken buiten de wedstrijden om ook van alles mee. Anekdotes te over. Bert Boom zit er vol mee. Zo was hij in 1972 als mecanicien met een Nederlandse ploeg mee naar de Ronde van Marokko. Toprenners als Fedor den Hertog, Peter van den Donk, Popke Oosterhof en ook streekgenoot Arie Hassink maakten deel uit van de ploeg. Nadat op een dag de renners gefinisht waren en de eerste werkzaamheden na zo’n rit gedaan waren, gingen Hassink en Boom nog een eindje fietsen.
Boom vertelt: ‘Op enig moment passeerden we een plaatselijke dame en Arie tikte haar in het voorbijgaan t o e v a l l i g tegen de billen. Ze schrok en liet haar portemonnee vallen. Wij fietsten door. Maar een paar kilometer verder kwam er een auto aan gescheurd die naast ons met gierende remmen tot stilstand kwam. De vrouw van een paar minuten eerder kwam eruit en ook haar briesende echtgenoot. Na een hele litanie aan scheldwoorden die we niet verstonden, gooide de man een grote baksteen dwars door het voorwiel van Arie.”
Toch maar even met Hassink gebeld. Misschien kan hij nog meer vertellen over dit tafereel. Hij herinnert zich het voorval in de Marokkaanse heuvels. “We maakten een ritje langs sinaasappelboomgaarden en toen liep daar een vrouw.”
“Wat zeg je”, zegt Arie, “heb ik een vrouw tegen de billen getikt? Zegt Boom dat? Haha, dat was hij. Bertus deed dat en vervolgens smeet haar man een grote steen door mijn voorwiel.”
Tja. De schelmen. Boom of Hassink, zeg het maar.
Verder nog herinneringen aan de Ronde van Marokko, Arie?
“Het was een mooie koers. Met Bertus erbij is het altijd gezellig.”
Reden jullie goed? “Fedor werd tweede in het eindklassement. Hij had de koers verkocht aan de Rus Likhatsjew. Maar ik kwam erachter, waardoor Fedor mij nog een bedragje meegaf. Hoeveel? Dat weet ik niet meer.”
Arie, die zelf als veertiende eindigde, vertelt dat hij de etappe naar Rabat won. “Daar lag de finish op een sintelbaan. Bertus had me uitgelegd hoe je de laatste bocht in moest gaan om op die manier te kunnen winnen. Ik had drie Fransen voor me, dook ertussendoor en won. De Fransen waren kwaad en begonnen mij met sinaasappels te bekogelen. Bertus stond aan de kant te lachen.”
Maar waarom waren ze kwaad? Arie: “De dag ervoor hadden we de Fransman Jacques Esclassan die in de leiderstrui reed, p e r o n g e l u k van de weg gereden. De ploegleider riep zijn knechten terug, maar we fietsten zo hard naar de finish dat ze met zes minuten achterstand binnenkwamen. Hun ploegleider sloeg met een fietspomp de motorkap van zijn auto in elkaar, want Fedor werd daardoor de nieuwe leider van het klassement. Ja, zo ging dat soms in zo’n koers.”
Arie ziet de foto en noemt in een mum van tijd de meeste namen van de ploeg.
Van rechts naar links: Arnold Voogt, Fedor den Hertog, masseur Jan Kuiper, Peter van den Donk, Louis Westrus, nn, Arie Hassink, Piet van Stralen, Popke Oosterhof, nn. (Niet op de foto ploegleider Jeu Jeuris, mekanieker Bert Boom).
PS. We houden ons aanbevolen voor de ontbrekende namen.