HIJ KOOS HET LUCHTRUIM
Wat moet je nog zeggen over Pelé? Ik lees de eerste necro’s in de kranten. Allemaal goed. Ze geven de legendarische Braziliaan de eer die hem toekomt. De beste voetballer ooit is niet meer. Hij is uit de tijd, zoals wij dat noemen, maar niet echt. “Weggaan kun je beschrijven als een soort van blijven”, zegt de dichter Rutger Kopland.
De beste van de besten. De echte kenners weten dat ik niet overdrijf. Cruijff, Maradona, Messi, C. Ronaldo, Garrincha, allemaal grootmeesters. Ze krijgen een 10- voor hun oeuvre. De enige die een volle 10 verdient, is Edson Arantes do Nascimento. Ik zou nu kunnen beginnen aan het waarom van deze mening. Dan moet ik misschien wel 25 superlatieven uit de kast halen. Je kent ze wel. En moet ik de voornaamste spelonderdelen noemen. Zijn dribbels, zijn snelheid, zijn techniek, zijn atletisch vermogen, zijn kopkracht et cetera.
Ik pakte het boek ‘De Goddelijke Kanarie’ uit de kast. Geschreven door de briljante schrijver en Brazilië-kenner August Willemsen, waarover binnenkort van de hand van mijn oude TwCrt-collega John Heymans een boek verschijnt (hou dat in de gaten, geachte liefhebbers van goede boeken). Ik pakte zijn boek dat bijna uit elkaar valt, er weer eens bij. Hoe hij de wereldkampioenschappen van 1958 t/m 1970 beschrijft met Pelé als hoofdrolspeler, is ongekend.
WK 1958. Pelé (nog een kind) en Garrincha werden pas opgesteld, nadat journalisten erom gesmeekt hadden. Ze kwamen erin en bleven erin en werden kampioen. Pelé scoorde de enige treffer tegen Wales, drie keer tegen Frankrijk en twee tegen Zweden in de finale.
Willemsen: “Zagalo gaf in de laatste seconden hoog voor. Pelé sprong niet, hij koos het luchtruim. Een verdediger reikte nog tot Pelé’s broekband, als wilde hij een langsvliegende engel tegenhouden. De keeper omhelsde de doelpaal.”
WK 1962. De rol van Pelé was niet groot. Hij raakte geblesseerd in de beginfase. Brasil werd kampioen, niet in het minst door de inbreng van Pelé’s vervanger Amarildo en van Garrincha.
Willemsen: “De rouw van de een was de euforie van de ander.”
WK 1966. Pelé scoorde nog tegen de Bulgaren, werd gespaard tegen de Hongaren en werd vervolgens tegen Portugal uit de wedstrijd geschopt door Morais.
Willemsen: “De gevolgen van een en ander waren: 1. het ontstaan van een gevleugeld woord (‘De ergste blinde is hij die een fluitje in zijn mond heeft’); 2. de gelofte van Pelé om nooit meer op een WK te spelen; 3. de invoering van het systeem van rode en gele kaarten.
Pelé kwam gelukkig op zijn belofte terug.”
WK 1970. Weer werden de Goddelijke Kanaries wereldkampioen. Pelé blonk uit. Zoals in de wedstrijd tegen de Tsjechen.
Willemsen: “De voetbalgod bezocht Pelé, in hoogsteigen persoon, bij de aftrap van de tweede helft. Daardoor zag Pelé dat doelman Viktor ver voor zijn doel stond. En hij deed wat niemand ooit had gedaan of zou doen: op 60 meter afstand zond hij de bal hoog door de lucht, naar het Tsjechische doel. Twee seconden lang begreep niemand wat Pelé bezielde (niemand kende immers de voetbalgod). Pas toen de bal naderde, begon Viktor terug te hollen, panisch achteromkijkend, als een van de Drie Biggetjes voor de Boze Wolf. Pelé’s orbitale lob had de juiste lengte: hij viel vlak achter de achterlijn. Vlak naast het doel. Het was ronduit schandalig dat dit doelpunt, het mooiste van de Christelijke jaartelling, geen doelpunt was – anderzijds was het misschien goed gezien van de voetbalgod, want als het had gezeten was de rest van het toernooi overbodig geweest.”
Pelé is niet meer, hoewel hij niet weg is uit de herinneringen van alle voetballiefhebbers ter wereld.
Ik bezocht in 2000 het Maracanᾶ Stadion. Voor de thuisclub heeft elke speler in de kleedkamer een cabine voor zijn kleren e.d. Boven de eerste staat O Rei, de koning. Dat is de cabine van Pelé. Die wordt uit eerbied niet meer gebruikt. Is voor eeuwig van hem. Hoe goed is dat.