11 | HANGEND AAN DE AMBULANCE

Juli 1978. Jos was tweedejaars amateur en was van de partij toen de Amstel Bier ploeg uitgenodigd werd voor de Red Zinger Bicycle Classic, de latere Coors Classic in de Amerikaanse staten Colorado en Nevada. Overigens heette de ploeg van Herman Krott daar Heineken, want Amstel was er niet bekend. Jos vertelt dat de ploeg tickets kreeg die niet omgeboekt konden worden. De achtdaagse koers werd gehouden van de achtste tot en met de vijftiende juli. Arie Hassink, ploeg- en streekgenoot van Jos, was erbij evenals Gerrit Möhlmann en Frits Pirard. Frits won een etappe en Gerrit won een soort criterium in een park. Ook de Australiër Phil Anderson won een rit in deze zware wedstrijd. De Belg Dejonckheere schreef de laatste etappe op zijn naam en de Amerikaan George Mount won het eindklassement.

De omstandigheden waren zwaar. “We reden in de Rocky Mountains waar het veertig graden in de schaduw was”, herinnert Jos zich. Maar er gebeurde meer, wat hij nooit vergeten is. “Want uiteindelijk”, zegt Jos, “was het de koers waarin mijn relatie met Krott verslechterde.”

Jos neemt ons allereerst in deze zogenaamde mountain road race mee naar de tweede etappe. “De weg liep omhoog, tientallen kilometers. Nog nooit had ik zo lang achtereen geklommen. Het veld viel volledig uit elkaar, her en der groepjes met eenlingen ertussen die dan weer moesten lossen uit het groepje waarin ze een tijdje meegefietst hadden. Ik had ook moeite het tempo te volgen en moest lossen. Tergend langzaam reed het groepje bij mij vandaan, maar geleidelijk passeerde mij ook een ambulancewagen. Om even op adem te komen, ging ik eraan hangen, onderwijl kletsend met de bijrijder die mij wel duidelijk maakte dat dat niet mocht, wat ik deed. ‘Geef dan gewoon gas en ga niet naast mij rijden’, probeerde ik hem tijd rekkend, uit te leggen. Die boodschap kwam blijkbaar over, ze leken het te snappen en gingen weer achter me rijden. Een minuut of vijf later herhaalde zich hetzelfde ritueel. Ik reed zes kilometer per uur en de ambulance zeven kilometer. En dan niet aan de andere kant van de weg maar weer strak langs me heen. Een duidelijk geval van uitlokking. Ik was wel gedwongen om mij aan hen vast te klampen. In mijn beste Engels met veel fuck’s erin probeerde ik ze dat duidelijk te maken. ‘Geef dan gewoon gas asshole en probeer mij geen oor aan te naaien’, dacht ik bij mezelf.”

De volgende ochtend bij het ontbijt kwam Herman Krott binnen met de uitslagenlijsten. Hij richtte zich tot Jos en riep: “Jos, je bent uit koers! Je hebt aan een auto gehangen”. Hij keek Jos strak aan en wilde de waarheid horen. “Ja en wat doe je dan? Bekennen? Daardoor is nog nooit iemand vrijgesproken. Ontkennen dus maar. Krott ging alleen in protest als ik het echt niet gedaan had. Met mijn plechtige belofte onschuldig te zijn, ging hij op pad. Briesend kwam hij terug met een haarscherpe foto op A4-formaat met daarop Lammertink hangend aan de ambulance. Een van de passagiers was een jurylid. Ik werd gedeclasseerd en moest de koers verlaten. Ja, Krott was woedend.”

De tweede etappe was achter de rug, maar Jos was uit koers. Meteen naar huis, kon niet. Maar Krott gebood hem de volgende vier etappes wel te rijden. “Ik moest wel degelijk aan de bak daar. Een uurtje eerder vertrekken dan het peloton en gaan met die banaan.” Hij glimlacht. “Een publiciteit dat ik had. Kilometers voor de finish, rijen dik publiek zowel links als rechts van de weg en laaiend enthousiast. Ik werd door hen binnengehaald als de winnaar. Wat snapten die Amerikanen nou van die wielrenners.”

Maar dat was nog niet alles. De kerfstok van Jos kreeg daar in het westen van de USA nog een streepje erbij. De dag na het incident met de ambulance won Gerrit de derde etappe, een criterium. “Dat was in de plaats waar we verbleven. Daar konden we op de fiets naar toe. Op weg naar ons ‘gasthuis’ tikte ik een jonge vrouw in hotpants die daar, staand op de pedalen, fietste, tegen de billen. Prompt gilde ze tegen haar partner die een eindje verderop fietste, dat ze aangerand was. Jos: “Ze riep: ‘Die met dat donkere haar’, waarna de partner de nietsvermoedende Gerrit Möhlmann wilde afstraffen, maar ik zei meteen dat ik de schuldige was. Overleg was er absoluut niet bij, hij zou zich wel eens even bewijzen voor zijn lief en vloog mij aan. Maar ik was hem voor met een knal op de kaak en had direct zichtbaar resultaat. Het gaf een hoop tumult. Zelfs de sheriff kwam erbij. Gelukkig liep het allemaal met een sisser af, hoewel later Heineken een grote rekening van zijn Amerikaanse tandarts kreeg .”

Als wielrenner kwam de amateur uit Hoge Hexel in de Amerikaanse koers niet aan zijn trekken, maar hij maakte er in paar weken tijd van alles mee.  Ze gingen met de hele ploeg naar de première van de film Grease en naar een glanzend optreden van de Rolling Stones in Boulder Colorado. “Ik herinner me dat tientallen mensen daar flauw vielen.”

Het was al met al een zeldzaam avontuur die Red Zinger Bicycle Classic. “De wedstrijd was mislukt, maar we hadden daar een mooie en leerzame tijd. Tussendoor heb ik daar ook nog goed kunnen trainen”, aldus Jos.
Het avontuur was echter nog niet ten einde. De mannen van Amstel moesten nog terug naar huis. Dertien uur vliegen en Jos en Arie namen een paar wijntjes. “De bedoeling daarvan was dat we het grootste deel van de thuisreis zouden kunnen slapen”, glimlacht Jos.
De relatie met ploegleider Krott kreeg overigens daags na thuiskomst nog weer een knauw. Jos was nauwelijks thuis, toen hij een telefoontje kreeg van Jan Bakker die hem uitnodigde nog diezelfde avond aan een criterium mee te doen in Rijssen. Jos hapte toe. “Ik reed er als een trein. Maar Jan Spijker, een ploeggenoot van mij bij Amstel, zat continu in mijn wiel als ik demarreerde. Dat is niet verboden, maar overnemen was er niet bij. Na een herhaling van zetten weer dezelfde situatie, met zijn tweeën vooruit, hij aan het wiel en weer nam hij niet over. Ik heb hem helemaal verrot gescholden en nog eens stevig vastgepakt aan de achterkant van het parcours. Ik won de koers met een ronde voorsprong? De andere dag belde Krott mij, waar ik nu toch in vredesnaam mee bezig was. Ik dacht dat Spijker zijn beklag had gedaan. Maar nee, het was om mij erop te wijzen dat ik dat criterium niet had mogen rijden. Het was niet professioneel.”
De ploegleider was van mening dat Jos na zo’n lange reis had moeten uitrusten.