44 | NIET ZWAAR, WEL LASTIG

Hoe geraak je als profwielrenner in vorm? Trainen in de rustige winterperiode voor een goede basis. Maar het jaar is nog maar net begonnen of de eerste wedstrijden zijn er al. In de jaren 80 toen Jos Lammertink beroepswielrenner was, waren het vooral wat losse wedstrijdjes in Italië, Frankrijk en Spanje, waar de renners zich als een soort warming up van het nieuwe seizoen, los konden rijden. In het begin is het aantal kilometers nog niet hoog en zo reden ze zich langzaam maar zeker in vorm. En al gauw verschenen de eerste etappekoersen op de agenda, zoals de Ruta del Sol en de Ronde van de Middellandse Zee. Deze laatste koers heeft Jos vier keer aan de start gehad. “Mooie koers om aan een goed seizoen te werken”, vertelt Jos. “Je bereidt je voor op de voorjaarsklassiekers. Hoge bergen zitten er niet in. Je rijdt rond de Middellandse Zee. Het is niet al te zwaar, maar lastig is ie wel. Natuurlijk wordt er hard gereden. Ik kwam er in mijn eerste deelname in 1980 al meteen achter dat er scherp gekoerst werd.”

Jos reed voor de HB-ploeg en toonde meteen zijn reputatie als tijdrijder. In de proloog werd hij vierde achter Gerrie Knetemann, Jean-Luc Vandenbroucke en Jan Raas. “Vandenbroucke had ik als amateur al een paar keer geklopt. Ik bewees dat ik van hetzelfde niveau was en dat mijn overwinning als amateur in de Ster van Bessèges in ‘78 geen toevalstreffer was.”
In 1980 was er ook nog een tijdrit op de Mont Faron. Jos: “Dat zou niet mijn cup of tea zijn. Maar ik werd niet uit het klassement gereden en werd zesde in de eindstand  op een dikke minuut van winnaar Knetemann.” Als broekie finishte hij tussen vijf renners van de TI Raleigh ploeg bij de eerste tien. Niet gek.
In 1984 werd Jos vierde in de proloog met Knetemann als winnaar. In 1987 eindigde Jos twee keer bij de eerste vijf en in ’88 won hij namens TVM de eerste etappe in de Ronde van de Middellandse Zee. Hij klopte zijn voormalige ploegmaat Eddy Planckaert in de sprint en veroverde hij daarmee de leiderstrui. Hij verliet echter de koers vanwege de ziekenhuisopname van zijn vrouw Annette, waarover we in deze serie al eerder schreven.

Jos  startte in het voorjaar ook een paar keer in Parijs-Nice. “Dat is een koers met meer aanzien”, vertelt hij. “Hij levert voor de ranking meer punten op en is vooral van belang voor de renners die zich voorbereiden op Luik-Bastenaken-Lui en de Waalse Pijl.”
In 1980 startte de HB-formatie in Parijs voor de zogenaamde Rit naar de Zon. Op weg naar de Mont Ventoux sneeuwde het. Stamsnijder, Thaler en Jos hadden na de lange afdaling over de spekgladde weg een enorme voorsprong, maar hadden de pech dat de koers geneutraliseerd werd. Het veld lag te ver uit elkaar, vond de jury. De organisatie achtte doorrijden onverantwoord en stopte de koers. Pech voor Jos die grote kans maakte op de etappezege. Parijs-Nice werd dat jaar gewonnen door Gilbert Duclos-Lasalle. Jos werd 21ste, maar was niet de beste Nederlander. Dat was Knetemann die derde werd. Hennie Kuiper eindigde als dertiende, Hennie Stamsnijder als veertigste.
In 1984 was hij als lid van de Panasonic-ploeg van de partij. “Ik reed voor de broers Walter en Eddy Planckaert. We wonnen de ploegentijdrit. Bert Oosterbosch was er als supertijdrijder ook bij. Hij had de proloog ook al gewonnen voor Jean-Luc Vandenbroucke, Alain Bondue en Bernard Hinault. De Kneet werd vijfde, Jos zevende en Vanderaerden elfde. De ploeg van Peter Post was ook succesvol in de eerste etappe naar ChalonsurSaône. Eddy Planckaert won. Vanderaerden werd tweede en Jos die de sprint aangetrokken had, finishte zelf als vierde. Na de ploegentijdrit mocht Jos de leiderstrui aantrekken. Oosterbosch was de dag ervoor op grote afstand binnengekomen. In de derde etappe wist hij de trui te behouden, maar daarna namen anderen de leiding over. “Ik kijk daar heel goed op terug. Het was wel Parijs-Nice, een koers met aanzien”, zegt Jos, “en als je dan na je carrière de dozen met krantenknipsels en foto’s nog eens bekijkt, besef je pas dat Monsieur Chrono Jacques Anquetil me in de leiderstrui heeft gehesen, ga je het nog meer waarderen”. Parijs-Nice werd dat jaar gewonnen door Sean Kelly voor Stephen Roche en Hinault. Steven Rooks was op de negende plek de beste Nederlander. Henk Lubberding werd dertiende. Jos eindigde als 37ste.

In 1985 waren Kelly en Roche weer de beste twee in Parijs-Nice. Jos eindigde als 52ste. Hij was wel deelnemer èn Panasonic won wel de ploegentijdrit maar ditmaal was zijn bijdrage minimaal. In de week na Parijs-Nice kwam de reden van het mindere presteren aan het licht en kon hij door de eerder beschreven schildklierproblemen dat jaar niet meer meedoen aan wedstrijden.
Daarna reed Jos deze koers niet meer, ook al omdat TVM er niet startte.

Foto boven. Jos wordt gehuldigd als klassemenstleider in Parijs-Nice met naast hem oud-Tourwinnaar Jacques Anquetil


1980 Parijs-Nice. Barre omstandigheden.


1984 Parijs – Nice. Ploegentijdrit. Jos in tweede positie achter Henk Lubberding.