5 | TRAUMA

De vijfde aflevering van deze serie. Het wordt hoog tijd om een afschuwelijke episode te beschrijven uit het leven van Jos. Dan is het gedaan, dan hebben we dat gehad. Want Jos zat er zijn hele (wieler)leven mee in de maag. Dagelijks. Als een zwerfsteen zo groot. Hij vertelt dat hem, na ons eerste telefonisch contact om een afspraak te maken, een weeïg gevoel bekroop en dat hij besefte waar dat toe zou gaan leiden.

Jos: “Toen jij een weekje later vertrok met stapels fotoalbums en plakboeken, wist ik het zeker. In die tassen en dozen was namelijk mijn wielercarrière opgetekend, een periode waarin MZ (Jos kan de volledige naam van zijn voormalige begeleider niet meer over zijn lippen krijgen -GE) veelvuldig in beeld is, de begeleider met een groot hart voor de wielersport. De man die zeer bekend was in de wielerwereld. De man die werd getypeerd als de ideale coach waarbij successen gegarandeerd leken. De knipsels, overzichten en talrijke foto’s uit de beginjaren van mijn carrière genereren vanzelf ook een grote lofzang over hem”, aldus Jos. ‘’De man leek op het eerste gezicht een voorbeeldfiguur, maar achter die façade ging een duister geheim schuil. Hij was de man die mij seksueel misbruikte gedurende vele jaren. Een groot trauma dat inmiddels een halve eeuw oud is. Het was al die jaren een heel zwaar blok aan het been. Het was een hel om te zwijgen over wat er zich afgespeeld heeft, want ik schaamde me zo verschrikkelijk diep.”

We zouden de komende tijd zijn leven, zijn carrière, zijn kijk op de wielersport van toen en nu doorspitten. We zouden oude verhalen ophalen en anekdotes. Jos: “Om MZ daarbij ook nog op te hemelen, dat zou ik niet kunnen. Dan maar op de proppen met het verhaal. Ik realiseer me dat dit is het moment is om mijn walging en weerzin van wat er destijds is gebeurd, te moeten vertellen. Ik kan me niet herinneren wanneer ik de plakboeken heb aangeraakt. Deze eeuw sowieso nog niet. Nogmaals uit pure walging en afkeer.”

Jos vroeg zich in de jaren zeventig constant af. ‘Waarom ik?’ En ‘Zou hij dat ook met anderen hebben gedaan? Waren er wellicht andere slachtoffers te traceren en kunnen we hem met een groep medestanders dan confronteren met zijn wandaden. Kunnen we die man ontmaskeren.’

“Op dat gebied had ik de antennes altijd ver uit staan”, vertelt hij, “maar ik heb nooit iets vreemds kunnen ontdekken. Ik zag dat Jantje Bakker uit Eenrum, een Amstel coureur, ook ‘begeleid’ werd door een vrijgezel, een man uit Usquert. Zou hij misschien ook…..? Kon ik hem misschien polsen of om advies vragen? Maar dan was mijn vraag ook direct een bekentenis van mij en dat zou dan een rel veroorzaken. En als zich de mogelijkheid voordeed om dat aan hem te vragen, zou ik dichtklappen.”

Waarom liet Jos het toe? Waarom sloeg hij hem niet direct op zijn bek, bij wijze van spreken?

“Nou heel eenvoudig, ik was nog een kind. Bijna net zo klein als die dikke zelf. Hij plande het continu heel sneaky. Hij koos de geschikte gelegenheden uit. Ik geef een voorbeeld. Voor de Acht van Chaam was het noodzakelijk dat er overnacht werd in een hotel. Een hotel? Ik, een jochie van ‘t Hexel, in een hotel? Mooi man, dacht ik. Maar achteraf gezien was dat een afschuwelijke belevenis. Hij betaalde ook later altijd het hotel, maar deed ook de kamerindeling. Er werd achteraf niet over gesproken. Ik durfde het niet en MZ deed alsof er niets gebeurd was.”

“Zo was het ook altijd de gewoonte om bij criteriums zo dicht mogelijk bij het parcours te parkeren. Dan hoefde hij niet zo ver te lopen, dat was niet zijn favoriete bezigheid. Soms kwamen de bewoners, waar we de auto voor de deur hadden staan, ook geïnteresseerd kijken hoe wij de fietsen in elkaar zetten, de banden oppompten enz. Dan was het makkelijk voor de coach, even een babbeltje en de kleedruimte -lees slaapkamer- nota bene in een wildvreemd huis was geregeld voor zijn ‘zoon’. Natuurlijk moest hij daar ook de Midalgan op de benen smeren, als ‘verzorger’, of spanjeur zoals hij zichzelf betitelde in zijn plakboeken.”

“Later werden er fotoboek- en plakboekcontroles ingevoerd. Of biefstuk-eet-sessies. Op de fiets naar het station in Wierden, met de trein naar Borne, waar ik dan bij hem achterop de fiets naar zijn huis ging. Hij woonde samen met twee broers, ook allebei vrijgezel. De jongste broer Toone had een blauwe maandag gefietst en hij bracht zijn dagen door met knooi’n met oale fietsn. Hij had net zoveel tanden als MZ. Ook twee. Zijn oudste broer werkte net als Toone ook niet, maar die zag er nog wel schier uit. Hij was bezeten van voetbal en fungeerde als secretaris van de voetbalclub NEO. Als ik bij hem kwam, kon het zijn dat ik ze nog even trof, maar meestal waren, of gingen ze de hort op. En zo kan ik een hele opsomming van locaties en gelegenheden noemen waar hij toesloeg.”

Vaak vroeg de jonge wielrenner Jos zich af bij wie hij terecht kon met zijn probleem. Wie kon hij vertrouwen? Bij wie voelde hij zich voldoende veilig om ermee op de proppen te komen? Zijn ouders wellicht?

“Nee. Thuis waren we daar niet mee opgevoed. Over gevoelens of over problemen zoals het trauma waar ik mee worstelde, werd niet gepraat. Niet zeuren, luisteren moet je, je eigen boontjes doppen en je doet gewoon wat van je gevraagd wordt.”

Ook al won hij zijn wedstrijden, echt blij werd hij daar niet van. Jos hoorde de wielercommentatoren als Ad van de Meulenreek, Rien Hermse en Chris Delbressine ontelbare malen op het podium omroepen: “Jos, je hebt gewonnen, je mag gerust lachen hoor. Kan er geen lachje af? Hé jongen, kijk eens wat blijer, je hebt gewonnen! Maar die kenden logischerwijs de reden niet. Als ik naar de foto’s kijk, dan zie ik een bang joch, een cry for help. Ken je deze liedjes? Als ik dit soort regels hoor, denk ik altijd meteen terug aan deze rottijd.
Ik ben mezelf niet of al die jaren nooit geweest…
Maar onder die lach zat een droevig gezicht….

Niemand kende de pijn van z’n stille verdriet….”

Jos racete van erepodium naar erepodium, maar ondertussen beheersten de schanddaden van zijn coach zijn leven volledig. Hij kon ook nergens anders aan denken. “Om de gedachten eruit te blazen, heb ik in 1975 van het prijzen- en premiegeld stereo apparatuur aangeschaft. Met muziek, op mijn slaapkamer, probeerde ik op andere gedachten te komen. Verdoven of nog beter, hard, harder, keihard. Eerst met een dikke Pioneer versterker en twee gigantische luidsprekers. Keihard CCR, Dire Straits, Stones, Pink Floyd. Geen succes. Meer speakers, grotere versterker. Mooie gadgets kopen dan maar, weer een tijdelijke afleiding. Het verdiende geld opmaken aan auto’s en accessoires daarin of aan.”

Jos zocht uitdagingen op tot onbenullige aan toe. Hij zette zich af tegen MZ als hij zei hij dat zwemmen niet goed voor wielrenners is. “Dan gingen wij een dag zwemmen in Diffelen en dan won ik evengoed daags nadien een koers. Dat zei ik hem dan niet, maar ik had er wel een goed gevoel erover. Later kon ik dat wel, bewust op stap, gigantisch aan de zuip tot half 5 in de nacht. De volgende dag vroeg ik hem dan, nadat ik met overmacht een criterium gewonnen had, hoe laat dacht je dat ik op bed lag? Half 10? Nee, half 5. Ik herinner me dat ik op die manier de Ronde van Ouderkerk aan de Amstel won op 12 juni 1977. 1. Jos Lammertink, 2. R. Smit, 3. Co Moritz. Maar ja, ik had dan het gevoel dat ik hem wat aandeed, maar in feite had ik me zelf te pakken.”

MZ had zelf geen rijbewijs maar wel een auto (waarin de plek rechts voorin voor hem was gereserveerd). De toen 18-jarige wielrenner Nico Hilberink uit Den Ham reed in de auto van MZ en reed de auto dan via Hoge Hexel en MZ in Borne naar de koers, waar dan ook. MZ regelde de verzekering, de wegenbelasting en wij betaalden de brandstof.
Jos noemt de typeringen die hij in de media ik in de loop der jaren over zichzelf langs zag komen.
Nors, stug, bedeesd.
Een man van weinig woorden.
Neo-prof Jos Lammertink, het verlegenste jongetje.

‘’Allemaal het gevolg van”, zegt hij. “Op het sterfbed van MZ had ik me voorgenomen te zeggen: “Ik wil dat je beseft dat je mijn leven tot een hel gemaakt hebt”. Maar ik heb de kans niet gepakt, heb het toch niet durven zeggen. Met zijn overlijden in januari 1999 dacht ik eindelijk bevrijd te zijn van deze nachtmerrie. Maar helaas.”

Al jaren maakt Jos momenten mee waarin mensen hem aan MZ herinneren. “Ex-coureurs die ik na vele jaren terug zag en vroegen: ‘Hoe heette die dikke man ook alweer? Goeie keerl hè?’ zeiden ze dan.
Via de KNWU moesten we naar een sportarts in Brabant voor een test. Die zei: ‘Kleed je maar uit’.
Ik vroeg: ‘Alles?’
‘Ja alles’.
Dan schrok ik. Het zal toch niet weer….”
Meer voorbeelden die hem te binnen schieten. Na de Mooscross in St. Isidorushoeve hoorde hij zijn vader Henk met Sjakie Schipper, een andere wielervader, vol respect over MZ praten. Over de kleine, dikke man waarover in de wandelgangen respectvol gefluisterd werd, die talentvolle wielrenners naar een hoger plan bracht. Hij was de coach met verstand van zaken, de man die gekoppeld werd aan renners die grote successen behaalden.
Het hoge woord is eruit. Op naar aflevering 6.
Foto boven

1973. Huldiging Overijssels kampioenschap voor nieuwelingen in Luttenberg. Vlnr Boom sr, Jos’ jongste broer Laurens, Jos, MZ, kampioen Rik Tijhuis, Fons Schootman.

1974. Overwinning als nieuweling in Breda. MZ fotografeert de huldiging. Jos kan er niet van genieten.

 

1974. Jos wint de Ronde van Ulvenhout, rechts Martin van de Broek
Nog een knipsel over oud-Tour-winnaar en lotgenoot Bradley Wiggins.

Een toepasselijk knipsel.

1964. Wim Neeskens (links) wordt als winnaar van de Ronde van Steenderen gehuldigd door de rondemiss. Rechts zijn adviseur en plaatsgenoot MZ. Een kleine rondvraag in de wielerwereld levert naast wijlen Wim Neeskens de namen op van renners die in hun jonge jaren eveneens door MZ zijn begeleid en gecoacht: Nico Hilberink, Rik Tijhuis, Herman Ponsteen, Henry Dorgelo, Rob Froeling, Hans Blaauwgeers, Harrie Wolters, Hans Thijs, Jan Willem Fokke, waarmee niet gezegd is dat deze oud-renners ook door MZ misbruikt zijn.