6 | JOS & HENNIE

Hoeveel oud-renners kennen Jos en andersom. Dat zijn er veel, in Nederland en andere landen. Jos was een winnaar, van de aspiranten tot en met de beroepsrenners. Dan ben je bekend, dan heb je aanhangers en word je niet vergeten. Het bleek de afgelopen week toen Jos een zware steen van zijn maag gooide door eindelijk bekend te maken dat hij in zijn eerste jaren als renner meerdere keren seksueel misbruikt is door zijn begeleider MZ te B, zoals hij hem zelf altijd betitelt. De reacties op de tragische ontboezeming waren talrijk en zonder uitzondering buitengewoon meevoelend en sympathiek. Familieleden en vrienden, oud-renners, wielerliefhebbers, organisatoren, ploegleiders en vele anderen leefden met hem mee en staken hem een hart onder de riem. “Bijzonder hartverwarmend”, zeggen Jos en zijn vrouw Annette. “Telefoontjes, appjes, emotionele bezoeken. Mensen die vroeger ook met misbruik te maken hebben gehad en er nu mee naar buiten durven te komen. We hebben een hectische week gehad en hebben daar achteraf geen spijt van.”

Dit gezegd hebbende, stappen we over op hoofdstuk 6 van de serie over het leven van oud-wielrenner Jos. Deze keer vertelt hij over zijn beroemde, negen jaar oudere streekgenoot Hennie Kuiper. De beide mannen kennen elkaar goed. Ze spreken elkaar af en toe nog. Vroeger koersten ze regelmatig tegen elkaar. Nuchtere Tukkers, die elkaar begrepen.

Van 1980 tot ’88 waren beide matadors regelmatig op weg naar dezelfde finish. “In principe was hij een concurrent van mij. Ik had veel gelezen over Hennie en had extra aandacht voor hem. Ik vond het mooi om tegen hem te koersen. Hij was de dertig al gepasseerd, maar was nog enorm actief. Hij zette zich iets in zijn hoofd en maakte het nog waar ook. Dat was vaak heel bijzonder”, zegt Jos. “Toen ik bij de nieuwelingen en junioren fietste hoorde ik om mij heen vaak het advies dat ik een voorbeeld moest nemen aan Hennies karakter en doorzettingsvermogen. Een jaar of zes later fietste ik met hem in dezelfde wedstrijd. Ik reed met ‘cowboys’ als Wim de Ruiter, een coureur die grappen uithaalde in het peloton. Hennie zei dan tegen mij: ‘Let op Jos. Hij doet zo gek om in het gevlij te komen van Raas en Priem. Hij zei dat in het Twentse dialect om niet op te vallen’. Zo wierp hij zich soms een beetje op als mijn adviseur.”

Jos verwijst naar een van de biografieën van Hennie waarin te lezen is hoe de relatie was tussen hem en zijn ouders. Jos kan zich daar goed in vinden. Beide Tukkers lijken op elkaar. Niet alleen begonnen ze beiden hun wielerloopbaan met oude fietsen en wilde koersen en waren ze misdienaar in de parochiekerk, ook de thuissituatie was vergelijkbaar. “Onze ouders hielden van ons, maar uitten dat niet in tedere liefkozingen”, zegt Jos. “Hennie vertelt dat zijn ouders veel hielden van hun kinderen, maar dat ze dat niet toonden. Hij kan zich niet herinneren ooit bij zijn ouders op schoot te hebben gezeten. Ruimte voor gevoelens was er niet in huize Kuiper. Zo was het bij ons thuis ook. En daarmee wil ik mijn ouders niet tekort doen. Zo was dat toentertijd.”

Anekdotes met beide oud-coureurs als hoofdpersonen zijn er ook. Hennie was in 1998 de coach van 560 wielerliefhebbers die onder auspiciën van de Twentsche Courant Tubantia de Alpe d’Huez opfietsten. Daarmee kreeg hij een fraaie vermelding in het ‘Guinness Book of Records’. Hennie kreeg vanaf toen de vraag van meer kranten en andere instanties om dat ook met hen te doen.

In 2000 vroeg Hennie aan Jos en Wim Albersen (ook een oud-renner) of zij met hun partners mee wilden naar de Alpe d’Huez. “Dat jaar hadden Wim en ik ook een aantal weken een groep fanaten onder de hoede die we in de cols rond Oldenzaal hebben voorbereid op de Alp. Die keer coachte Hennie 260 schaatsliefhebbers in samenwerking met de KNSB op weg naar de alpentop. Onze vrouwen konden samen met Marianne, Hennies vrouw, administratieve ondersteuning bieden. We zijn met eigen vervoer naar Frankrijk gereden en waren in vakantiestemming. We sliepen in Les Deux Alpes, een ideale après-ski plaats, als je de berichten mocht geloven. Maar alleen in de winter zo bleek bij aankomst. Het was er uitgestorven.”

Daar in Les Deux Alpes waren de beide echtparen qua huisvesting goed bedeeld. Elk stel beschikte over een riant tweekamerappartement voor vier personen. En Lammertink zou Lammertink niet zijn als er niet direct een plan op kwam borrelen. “Als wij nu eens bij elkaar in één appartement trokken, dan hadden we nog een locatie voor vier personen in de aanbieding. Dus belden we met het thuisfront en nodigden broer Laurens en zus Leontien met partners uit. Laurens was volop in training en zwager Bart was inmiddels ook met het wielerbacil besmet. Het was niet moeilijk om ze over te halen, de spullen werden gepakt en ze kwamen plankgas onze richting”, glimlacht Jos.

Gelukkig hadden Jos en zijn mensen nog een vrije dag voordat de Alpe d’Huez op het programma stond. Ze benutten de tijd om de klimspieren alvast lichtjes op te warmen. Althans, dat hadden hij en Wim de anderen wijsgemaakt. Jos: “Tussen muren van sneeuw bedwongen we de Col du Lautaret en de Col du Galibier. Dat verliep probleemloos, op kleine vloekjes van Abdoe na. Dat was de bijnaam van Laurens vanwege zijn giga-sprintvermogen, nagenoeg gelijk aan de legendarische Djamolidin Abdoezjaparov. De dag van de waarheid, de race tegen de klok op de Alpe d’Huez, was een bloedhete dag. We zijn gedrieën van schaduwplek naar schaduwplek naar boven gereden, en dat zijn er niet zo veel. In het dorp net voor de finish hebben we nog een terrasje gepakt, dat ietsje uitliep. Toch waren we uiteindelijk maar 1 uur en 45 minuten langzamer dan de recordtijd van Marco Pantani, die nog steeds staat op 37 minuten en 35 seconden.”

“Omdat we niet helemaal uitgeblust waren konden we ons ’s avonds op het slotfeest van de beste kant laten zien en ‘het licht uitdoen’. Annette zei tegen Marianne: ‘Ik ga straks even met Hennie dansen’. Marianne wist te melden dat Hennie niet kon dansen èn ook nooit zou gaan dansen. Een kwartier later was dat toch een feit. Grenzen werden verlegd op die legendarische plek”, aldus Jos.
De beide toprenners van weleer hebben nog altijd contact. “Af en toe, toen het nog kon, gingen we uit eten. Soms belt Hennie spontaan om even een bakje koffie te doen. Ik zie hem hier nog op de knieën voor de tafel zitten om voor alle bezoekers een toastje te smeren. Nergens te groot voor. En waarom ook? “
Foto boven: vlnr Wim Albersen, Abdoe, Jos en zijn zwager Bart op de top van de Galibier.


1987. Een grote groep renners in Parijs-Roubaix met rechts Jos en links Hennie.


En het certificaat dat iedere bedwinger van de Alpe d’Huez kreeg.

2000. Gezelligheid in Les Deux Alpes. Vlnr Wim Albersen, Jos’ echtgenote Annette, Annie Albersen, Hennie, Jos en Laurens.