RIP BENNO

Hij was een man met humor. Een man met charme. Een man die goed met Jan en alleman kon omgaan. Een man die goed kon klaverjassen. Een man die goed kon koken. Een man die gerekend mag worden tot de beste voetballers die de stad Hengelo voortgebracht heeft. Een man die in de cafés waar hij barkeeper was (La Deco, Captain Paddock, De Apotheek) een kameraad was van elke klant. Benno Assink zou in december 80 jaar geworden zijn, maar dat heeft niet zo mogen zijn. Gisteren is hij overleden. Of eergisteren, dat is niet zeker. Men heeft hem gevonden in zijn huis op ’t Swafert. Helaas was hij toen al uit de tijd geraakt.

Het ging de laatste jaren wat minder met hem. Dat zei hij zelf ook. “Ik voel me niet zo goed en word vergeetachtig”, zei hij tegen mij toen ik hem een maand geleden sprak toen hij met zijn scootmobiel op weg was naar de stamtafel van Hotel Nationaal om een kaartje te leggen.

Als voetballer groeide hij op bij HVV Hengelo dat in de jaren zestig in de top speelde, daarna voetbalde hij twee seizoenen bij Enschedese Boys en een jaar of acht bij de vvHaaksbergen toen dat een hoofdklasser was. Hij was daar in de jaren zeventig het brein van de ploeg, de ietwat trage middenvelder die snelheid in het spel bracht door de bal ineens en secuur te spelen. Hij nam de penalty’s en andere vrije schoppen en coachte zijn medespelers. “Bernerd is”, zo zei een van zijn trainers (Mister Ernie Robinson) ooit, “the motor of the team.”

Dat was hij ook bij de legendarische zaalvoetbalclub FC Circus. Hij kon moeiteloos mee met het technische spel van mannen als Epi Drost, Kick van der Vall, Hennie Everts, Aart te Velthuis of Jan Huiskes. En ook bij de nazit was hij the motor of the team, zoals hij dat ook was als barkeeper in een aantal cafés in het Hengelose centrum. Ik moet ook melden dat de firma’s Ballantines en Gauloise aan hem een goede klant hadden.

We waren jarenlang bevriend. Dat ontstond toen ik als verslaggever voor Radio Oost af en toe bij de hoofdklasser Haaksbergen moest zijn. Hij was ook gek van andere sporten en daarom ging hij toentertijd bijna elke zaterdag mee naar voetbal- en volleybalwedstrijden of wielerkoersen waarvan ik verslag moest doen. Hij had er kijk op. Ik had hem graag bij me. Hij wees me soms op details die ik zelf niet zag. Zeer waardevol.

Hij paste wel eens op onze kinderen en maakte dan de lekkerste tosti’s voor hen. Feest! Vele jaren kwam hij om de paar weken op zaterdagmorgen even bijpraten. Trots vertelde hij over zijn Amsterdamse kleinkinderen die aan ijshockey deden. De laatste jaren werden die bezoekjes helaas minder.

Zijn ouders hadden een horecabedrijf annex kegelbanen aan de Langelermaatweg. Toen hij 16 was, was hij al de beste kegelaar van de vereniging. Benno groeide op met drie zussen en zijn broertje Maarten, de latere drummer van The Buffoons.

Benno was gescheiden, had een dochter en een zoon. Maar wil je meer weten van hem, bezoek zijn eigen website www.bennoassink.nl. Daarop vertelt hij (met een knipoog) van alles en nog wat over zijn gevarieerde leven in feiten, anekdotes en meningen.
Wij gaan hem missen. RIP Benno.