TIENTJES (3)

Ik sluit even aan bij de twee recente verhalen van Paul Abels op FB. Hij gaf twee keer over een tientje weg aan een arme sloeber. Bijzondere ervaringen. Net als deze van mij.
Het moet een jaar of achttien geleden zijn dat de bel ging van ons (vorige) huis. Ik opende de deur en keek een Nederlander in de ogen wiens (voor) ouders afkomstig zijn uit het oostelijke Middellandse Zee gebied. Vriendelijke ogen, sympathiek hoofd.
Hij vertelde me dat hij om de hoek stond met zijn auto die geen meter meer vooruit wilde, omdat de benzine op was. Of ik hem een tientje kon lenen. Hij zou het de volgende dag terugbrengen, omdat hij dan toch weer naar Hengelo moest. Kwam bij, zei hij, dat hij toevalligerwijs zijn pinpasje aan zijn vrouw had uitbesteed. Kortom hij zat in hevige nood.
Ik zei hem dat ik er vanuit ging dat hij het tientje morgen inderdaad terug zou brengen. Zou hij zeker doen.
Hij kreeg het geld en ging.
Terug in de kamer vroeg mijn vrouw in aanwezigheid van de kinderen wie er aan de deur was.
“Een meneer die een tientje wou lenen”, zei ik en voelde een vreemd soort gêne over me heen komen.
“Hoezo?
“Hij stond hier om de hoek zonder benzine.”
“En jij hebt hem dat tientje gegeven?”
“Ja, hij brengt het morgen terug, want dan moet hij weer in Hengelo zijn”, zei ik en kroop virtueel onder een deken van schaapachtigheid, zeker toen ik de gezichten van vrouw en kinderen zag.
Mijn vrouw rolde met haar ogen en liep naar de keuken. Ik zag nog net een leep lachje op haar mond verschijnen. Mijn kinderen keken me aan en hadden ook zo hun gedachten.
De andere dag kwam de man niet terug. De dagen erna ook niet, je raadt het al.
In de afgelopen jaren was er nog wel eens een gezinslid dat mij vroeg of hij al geweest was. Altijd leuk, die vraag. Onlangs nog. Ik antwoordde: “Waarschijnlijk wel, maar ik kan dat niet weten, want we zijn verhuisd.” Pfff.